sich versteckt halten vertaling - Nederlands Duits vertaling voor sich versteckt halten

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / S / sich versteckt halten

Zoek woord sich versteckt halten heeft 6 resultaten

Ga naar Duits » Nederlands

DE	Duits	NL	Nederlands
	sich versteckt halten [Sicherheit]		zich schuilhouden [Sicherheit]
	sich versteckt halten (v) [Sicherheit]		zich schuilhouden (v) [Sicherheit]
	sich versteckt halten [Sicherheit]		zich verborgen houden [Sicherheit]
	sich versteckt halten (v) [Sicherheit]		zich verborgen houden (v) [Sicherheit]
	sich versteckt halten [Sicherheit]		zich verstoppen [Sicherheit]

DE	Duits	NL	Nederlands
	sich versteckt halten (v) [Sicherheit]		zich verstoppen (v) [Sicherheit]

DE NL Vertalingen voor sich

	sich (o) [Reflexivpronomen - sing.]		zich (o) [Reflexivpronomen - sing.]
	sich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich]		zich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich]
	sich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich]		zich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich]
	sich (o) [Reflexivpronomen]		zich (o) [Reflexivpronomen]
	sich (v) [Reflexivpronomen]		zich (v) [Reflexivpronomen]
	sich (v) [take action with respect to (someone or something)]		behandelen (v) [take action with respect to (someone or something)]
	sich (v n) [to pass from here to there; to transmit]		verplaatsen (v n) [to pass from here to there; to transmit]
	sich (v) [to hide (something)]		wegrennen (v) [to hide (something)]
	sich [allgemein]		je [allgemein]
	sich [allgemein]		jij [allgemein]

DE NL Vertalingen voor versteckt

	versteckt [Betrug]		onderhands [Betrug]
	versteckt (a) [Betrug]		onderhands (a) [Betrug]
	versteckt [Person]		verscholen [Person]
	versteckt (a) [Person]		verscholen (a) [Person]
	versteckt [verborgen]		verscholen [verborgen]
	versteckt (a) [verborgen]		verscholen (a) [verborgen]
	versteckt [verborgen]		verstopt [verborgen]
	versteckt (a) [verborgen]		verstopt (a) [verborgen]
	versteckt [Person]		verborgen [Person]
	versteckt (a) [Person]		verborgen (a) [Person]

DE NL Vertalingen voor halten

	halten [Person] gehalten hältst halten hieltest hielten halt(e)		stoppen {n} [Person] gestopt stopt stoppen stopte stopten
	halten (v) [Person] gehalten hältst halten hieltest hielten halt(e)		stoppen (v) {n} [Person] gestopt stopt stoppen stopte stopten
	halten [Rauminhalt] gehalten hältst halten hieltest hielten halt(e)		inhouden [Rauminhalt] ingehouden houdt in houden in hield in hielden in
	halten (v) [Rauminhalt] gehalten hältst halten hieltest hielten halt(e)		inhouden (v) [Rauminhalt] ingehouden houdt in houden in hield in hielden in
	halten [Rede] gehalten hältst halten hieltest hielten halt(e)		afsteken [Rede] afgestoken steekt af steken af stak af staken af
	halten (v) [Rede] gehalten hältst halten hieltest hielten halt(e)		afsteken (v) [Rede] afgestoken steekt af steken af stak af staken af
	halten [Person]		halt houden [Person]
	halten (v) [Person]		halt houden (v) [Person]
	halten [Person]		tot stilstand komen [Person]
	halten (v) [Person]		tot stilstand komen (v) [Person]