Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / S / sich merken

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor sich merken

Zoek woord sich merken heeft 2 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
sich merken onthouden
sich merken (v) [to memorize] onthouden (v) [to memorize]

DE NL Vertalingen voor sich

sich (o) [Reflexivpronomen - sing.] zich (o) [Reflexivpronomen - sing.]
sich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen] zich (o) [Reflexivpronomen]
sich (v) [Reflexivpronomen] zich (v) [Reflexivpronomen]
sich (v) [take action with respect to (someone or something)] behandelen (v) [take action with respect to (someone or something)]
sich (v n) [to pass from here to there; to transmit] verplaatsen (v n) [to pass from here to there; to transmit]
sich (v) [to hide (something)] wegrennen (v) [to hide (something)]
sich [allgemein] je [allgemein]
sich [allgemein] jij [allgemein]

DE NL Vertalingen voor merken

merken (v) [bewusst] bemerken (v) [bewusst] (formal)
merken (v) [bewusst] merken (v) [bewusst]
merken (v) [beobachten] bemerken (v) [beobachten] (formal)
merken (v) [Gefühl] bemerken (v) [Gefühl] (formal)
merken (v) [Sinn] merken (v) [Sinn]
merken (v) [Gefühl] merken (v) [Gefühl]
merken (v) [Gedächtnis] uit het hoofd leren (v) [Gedächtnis]
merken [Gedächtnis] van buiten leren [Gedächtnis]
merken [Gedächtnis] memoriseren [Gedächtnis]
merken (v) [Gedächtnis] memoriseren (v) [Gedächtnis]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor sich merken NL Vertalingen
lernen [denken an] leren {n}
behalten [denken an] intact houden
merken [denken an] bemerken (formal)
beherzigen [denken an] behartigen
sich erinnern [denken an] gedenken
hängen bleiben [denken an] blijven hangen
annehmen [beachten] aanvaarden
berücksichtigen [beachten] rekening houden
anerkennen [beachten] toegeven
gehorchen [beachten] gehoorzamen
befolgen [beachten] samenhangen
folgen [beachten] volgen
beachten [Acht geben] in aanmerking nemen
beobachten [Acht geben] bemerken (formal)
vorsehen [Acht geben] (sich voorzien {n}
aufpassen [Acht geben] op zijn hoede zijn
vorsichtig sein [Acht geben] op zijn hoede zijn
Acht haben [Acht geben] Menselijk oog
aufmerken [Acht geben] opmerken
aufmerksam sein [Acht geben] oppassen