Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / S / sich erinnern

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor sich erinnern

Zoek woord sich erinnern heeft 4 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
sich erinnern (v) [to recall from one's memory] gedenken (v) [to recall from one's memory]
sich erinnern zich herinneren
sich erinnern (v) [to recall from one's memory] zich herinneren (v) [to recall from one's memory]
sich erinnern zich voor de geest halen

DE NL Vertalingen voor sich

sich (o) [Reflexivpronomen - sing.] zich (o) [Reflexivpronomen - sing.]
sich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - sing. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich] zich (o) [Reflexivpronomen - pl. - höflich]
sich (o) [Reflexivpronomen] zich (o) [Reflexivpronomen]
sich (v) [Reflexivpronomen] zich (v) [Reflexivpronomen]
sich (v) [take action with respect to (someone or something)] behandelen (v) [take action with respect to (someone or something)]
sich (v n) [to pass from here to there; to transmit] verplaatsen (v n) [to pass from here to there; to transmit]
sich (v) [to hide (something)] wegrennen (v) [to hide (something)]
sich [allgemein] je [allgemein]
sich [allgemein] jij [allgemein]

DE NL Vertalingen voor erinnern

erinnern (v) [Ähnlichkeit] (sich) herinneren (v) [Ähnlichkeit]
erinnern (v) (sich) herinneren (v)
erinnern (v) [Gedächtnis] (sich) herinneren (v) [Gedächtnis]
erinnern (sich) gedenken
erinnern (v) [Cause one to experience a memory; bring to a person's notice] (sich) herinneren (v) [Cause one to experience a memory; bring to a person's notice]
erinnern (v) [Denkvermögen] (sich) zich herinneren (v) [Denkvermögen]
erinnern (v) [Denkvermögen] (sich) zich voor de geest halen (v) [Denkvermögen]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor sich erinnern NL Vertalingen
lernen [denken an] leren {n}
behalten [denken an] intact houden
merken [denken an] bemerken (formal)
beherzigen [denken an] behartigen
sich merken [denken an] onthouden
hängen bleiben [denken an] blijven hangen
erinnern [erinnern] (sich herinneren
gedenken [erinnern] zinnens zijn (Belgium)
identifizieren [erinnern] (sich identificeren
beabsichtigen [erinnern] het plan hebben
besinnen [erinnern] (sich bezinnen
erinnern an [erinnern] herinneren
wachrufen [erinnern] oproepen
denken [ins Gedächtnis rufen] denken {n}
aktivieren [ins Gedächtnis rufen] aanwakkeren
einfallen [ins Gedächtnis rufen] invallen
auffrischen [ins Gedächtnis rufen] trimmen
gegenwärtig sein [ins Gedächtnis rufen] aanwezig zijn bij
wollen [beabsichtigen] willen
bestimmen [beabsichtigen] beïnvloeden