Zoek woord schaden heeft 31 resultaten
NL Nederlands DE Duits
schaden (v) [effect] schwächen (v) [effect]
schaden (v) [gezichtsvermogen] schaden (v) [gezichtsvermogen]
schaden (v) [gezondheid] schaden (v) [gezondheid]
schaden (v) [reputatie] schaden (v) [reputatie]
schaden (v) [schade berokkenen] schaden (v) [schade berokkenen]
NL Nederlands DE Duits
schaden (v) [reputatie] schmälern (v) [reputatie]
schaden (v) [effect] beeinträchtigen (v) [effect]
schaden (v) [gezichtsvermogen] beeinträchtigen (v) [gezichtsvermogen]
schaden (v) [gezondheid] beeinträchtigen (v) [gezondheid]
schaden (v) [schade berokkenen] beschädigen (v) [schade berokkenen]
schaden (v) [schade berokkenen] schädigen (v) [schade berokkenen]
NL Synoniemen voor schaden DE Vertalingen
benadelen [aantasten] benachteiligen
DE Duits NL Nederlands
Schaden (n) [Ereignis] {m} schade (n) {m} [Ereignis]
Schaden (n) [Gegenstände] {m} schade (n) {m} [Gegenstände]
Schaden (n) [schlechter Dienst] {m} schade (n) {m} [schlechter Dienst]
Schaden (n) [Nachteil] {m} schade (n) {m} [Nachteil]
Schaden (n) [allgemein] {m} schade (n) {m} [allgemein]
Schaden [allgemein] {m} schade {m} [allgemein]
Schaden (n) [schlechter Dienst] {m} slechte dienst (n) {m} [schlechter Dienst]
Schaden [schlechter Dienst] {m} slechte dienst {m} [schlechter Dienst]
Schaden (n) [Gegenstände] {m} beschadiging (n) {f} [Gegenstände]
Schaden [Gegenstände] {m} beschadiging {f} [Gegenstände]
Schaden [schlechter Dienst] {m} schade {m} [schlechter Dienst]
Schaden (n) [harm, hurt, damage] {m} schade (n) {m} [harm, hurt, damage]
Schaden (n v) [cost or expense] {m} schade (n v) {m} [cost or expense]
Schaden [Nachteil] {m} nadeel {n} [Nachteil]
Schaden (n v) [abstract measure of something not being intact; harm] {m} schade (n v) {m} [abstract measure of something not being intact; harm]
Schaden [Nachteil] {m} schade {m} [Nachteil]
Schaden [Gegenstände] {m} schade {m} [Gegenstände]
Schaden (n) [schlechter Dienst] {m} nadeel (n) {n} [schlechter Dienst]
Schaden [schlechter Dienst] {m} nadeel {n} [schlechter Dienst]
Schaden (n) [Nachteil] {m} nadeel (n) {n} [Nachteil]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor schaden NL Vertalingen
Leiden [Krankheit] n souffrance {f}
Krankheit [Krankheit] f maladie {f}
Beschwerden [Krankheit] f ennui de santé {m}
Leid [Krankheit] n désolation {f}
Übel [Krankheit] n mal {m}
Behinderung [Krankheit] f empâtement {m}
Beschwerde [Krankheit] f grief {m}
Seuche [Krankheit] f épidémie {f}
Soll [Verlust] n débit {m}
Mangel [Verlust] m défaut {m}
Nachteil [Verlust] m inconvénient {m}
Rückgang [Verlust] m baisse {f}
Schulden [Verlust] f débit {m}
Verringerung [Verlust] f baisse {f}
Verbrauch [Verlust] m consommation {f}
Ausfall [Verlust] m sortie {f}
Abnahme [Verlust] f diminution {f}
Defizit [Verlust] n déficit {m}
Ebbe [Verlust] f marée basse {f}
Abgang [Verlust] m fausse couche {f}