Zoek woord leiden heeft 44 resultaten
NL Nederlands DE Duits
leiden (v) [persoon] {n} leiten (v) [persoon]
leiden (n v) [direct the flow] {n} lenken (n v) [direct the flow]
leiden (v) [politiek] {n} regieren (v) [politiek]
leiden (v) [(''intr.'') to exercise political authority] {n} regieren (v) [(''intr.'') to exercise political authority]
leiden (v) [bedrijf] {n} betreiben (v) [bedrijf]
NL Nederlands DE Duits
leiden (v) [muziek] {n} dirigieren (v) [muziek]
leiden (v) [politiek] {n} herrschen (v) [politiek]
leiden (v) [bedrijf] {n} kontrollieren (v) [bedrijf]
leiden (v) [bedrijf] {n} steuern (v) [bedrijf]
leiden (v) [aanvoeren] {n} anführen (v) [aanvoeren]
leiden (v) [positie] {n} vorführen (v) [positie]
leiden (n) [richting] {n} Leitung (n) {f} [richting]
leiden (v) [bedrijf] {n} verwalten (v) [bedrijf]
leiden (v) [bedrijf] {n} führen (v) [bedrijf]
leiden (v) [muziek] {n} leiten (v) [muziek]
leiden (n v) [lead or guide] {n} leiten (n v) [lead or guide]
leiden (v) [begeleiden] {n} leiten (v) [begeleiden]
leiden (v) [bedrijf] {n} leiten (v) [bedrijf]
leiden (v) [aanvoeren] {n} leiten (v) [aanvoeren]
leiden (v) {n} leiten (v)
leiden (n v) [to conduct or carry out] {n} führen (n v) [to conduct or carry out]
leiden (v) [positie] {n} führen (v) [positie]
leiden (v) [persoon] {n} führen (v) [persoon]
leiden (n v) [lead or guide] {n} führen (n v) [lead or guide]
leiden (v) [begeleiden] {n} führen (v) [begeleiden]
NL Synoniemen voor leiden DE Vertalingen
regeren [besturen] styre
exploiteren [beheren] udnytte (n v)
brengen [begeleiden] bringe
voeren [begeleiden] fodre
sturen [richten] sende
DE Duits NL Nederlands
leiden (v) [psychisch] lijden (v) {n} [psychisch]
leiden (v) [Schmerz] lijden (v) {n} [Schmerz]
leiden [Schmerz] lijden {n} [Schmerz]
leiden (n adj adv v) [to put up with] ondergaan (n adj adv v) [to put up with]
leiden (v) [Schmerz] ondergaan (v) [Schmerz]
leiden [Schmerz] ondergaan [Schmerz]
leiden (v) [Schmerz] doorstaan (v) [Schmerz]
leiden [Schmerz] doorstaan [Schmerz]
leiden (v) [to undergo hardship] lijden (v) {n} [to undergo hardship]
leiden (v) [to feel pain] lijden (v) {n} [to feel pain]
leiden (n adj adv v) [to put up with] verdragen (n adj adv v) [to put up with]
leiden (v) [Person] rieken (v) [Person] (Belgium)
leiden [Person] rieken [Person] (Belgium)
leiden (v) [Person] ruiken (v) [Person]
leiden [Person] ruiken [Person]
leiden (v) [Person] luchten (v) [Person]
leiden [Person] luchten [Person]
leiden (v) [Person] uitstaan (v) [Person]
leiden [Person] uitstaan [Person]

Duits Nederlands vertalingen