Zoek woord pijnlijk zijn heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
pijnlijk zijn (v) [zintuiglijke gewaarwording] schmerzen (v) [zintuiglijke gewaarwording]

NL DE Vertalingen voor pijnlijk

pijnlijk (a) peinlich (a)
pijnlijk (a) [situatie] peinlich (a) [situatie]
pijnlijk (adj adv n) [causing pain] schlimm (adj adv n) [causing pain]
pijnlijk (a) schmerzhaft (a)
pijnlijk (a) [geneeskunde] schmerzhaft (a) [geneeskunde]
pijnlijk (a) [zintuiglijke gewaarwording] schmerzhaft (a) [zintuiglijke gewaarwording]
pijnlijk (adj adv n) [causing pain] wund (adj adv n) [causing pain]
pijnlijk (a) [gevoelens] schmerzlich (a) [gevoelens]
pijnlijk (adj adv n) [causing pain] entzündet (adj adv n) [causing pain]
pijnlijk (adj adv n) [causing pain] weh (adj adv n) [causing pain]

NL DE Vertalingen voor zijn

zijn (v) {n} geben (v)
zijn (n) [bestaan] {n} Leben (n) {n} [bestaan]
zijn (n) [bestaan] {n} Sein (n) {n} [bestaan]
zijn (v) [filosofie] {n} existieren (v) [filosofie]
zijn (n) [filosofie] {n} Dasein (n) {n} [filosofie]
zijn {n} befinden (sich)
zijn (n) {n} sein (n)
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} sein (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} sein (v) [algemeen]
zijn (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] {n} sein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]