Zoek woord niet overeenkomen heeft eén resultaat
Ga naar
| niet (v) [to refuse to allow] | | verbieten (v) [to refuse to allow] | |
| niet (adj) [not available] | | unerreichbar (adj) [not available] | |
| niet (n v) [wire fastener used to secure stacks of paper] | | Heftklammer (n v) {f} [wire fastener used to secure stacks of paper] | |
| niet (o) [algemeen] | | nicht (o) [algemeen] | |
| niet (contraction n) [do not] | | nicht (contraction n) [do not] | |
| niet (v) [to refuse to allow] | | nicht (v) [to refuse to allow] | |
| overeenkomen (v) [persoon] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | auskommen (v) [persoon] - ausgekommen
- kommen aus
- kommst aus
- kamen aus
- kamst aus
- komm(e) aus
| |
| overeenkomen (v) [plannen] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | verabreden (v) [plannen] - verabredet
- verabreden
- verabredest
- verabredeten
- verabredetest
- verabrede
| |
| overeenkomen (v) {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | vereinbaren (v) - vereinbart
- vereinbarst
- vereinbaren
- vereinbarten
- vereinbartest
- vereinbar(e)
| |
| overeenkomen (v) [plannen] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | vereinbaren (v) [plannen] - vereinbart
- vereinbarst
- vereinbaren
- vereinbarten
- vereinbartest
- vereinbar(e)
| |
| overeenkomen (v) [mening] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | übereinstimmen (v) [mening] - übereingestimmt
- stimmen überein
- stimmst überein
- stimmtest überein
- stimmten überein
- stimm(e) überein
| |
| overeenkomen (v) [overeenstemmen] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | übereinstimmen (v) [overeenstemmen] - übereingestimmt
- stimmen überein
- stimmst überein
- stimmtest überein
- stimmten überein
- stimm(e) überein
| |
| overeenkomen (v) [mening] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | harmonieren (v) [mening] - harmoniert
- harmonieren
- harmonierst
- harmonierten
- harmoniertest
- harmoniere
| |
| overeenkomen (v) [overeenstemmen] {n} | | in Einklang stehen (v) [overeenstemmen] | |
| overeenkomen (v) [mening] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | kongruieren (v) [mening] - kongruiert
- kongruierst
- kongruieren
- kongruiertest
- kongruierten
- kongruiere
| |
| overeenkomen (v) [mening] {n} - overeengekomen
- komt overeen
- komen overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
| | zusammenstimmen (v) [mening] - zusammengestimmt
- stimmst zusammen
- stimmen zusammen
- stimmtest zusammen
- stimmten zusammen
- stimm(e) zusammen
| |