Zoek woord lid zijn van heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
lid zijn van (v) [lidmaatschap] angehören (v) [lidmaatschap]
lid zijn van (v) [lidmaatschap] Mitglied sein (v) [lidmaatschap]

NL DE Vertalingen voor lid

lid (n) [anatomie] {n} Glied (n) {n} [anatomie]
lid (n) {n} Mitglied (n) {n}
lid (n) [persoon - man] {n} Mitglied (n) {n} [persoon - man]
lid (n) [persoon - vrouw] {n} Mitglied (n) {n} [persoon - vrouw]
lid {n} Penis {m}
lid {n} Schwanz {m}
lid (n) {n} Genosse (n)

NL DE Vertalingen voor zijn

zijn (v) {n} geben (v)
zijn (n) [bestaan] {n} Leben (n) {n} [bestaan]
zijn (n) [bestaan] {n} Sein (n) {n} [bestaan]
zijn (v) [filosofie] {n} existieren (v) [filosofie]
zijn (n) [filosofie] {n} Dasein (n) {n} [filosofie]
zijn {n} befinden (sich)
zijn (n) {n} sein (n)
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} sein (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} sein (v) [algemeen]
zijn (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] {n} sein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]

NL DE Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] zu (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] für (o) [algemeen]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] vor (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (v prep) [be the property of] gehören (v prep) [be the property of]
van (o) [boeken] durch (o) [boeken]
van (n) von (n)
van (o) [bezit] von (o) [bezit]
van (o) [boeken] von (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] von (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] von (o) [plaats]
NL Synoniemen voor lid zijn van DE Vertalingen
zitten [beoefenen] es gibt
beoefenen [zitten] ausüben