Zoek woord in de hand werken heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
in de hand werken (v) [resultaat] fördern (v) [resultaat]
in de hand werken (v) [resultaat] unterstützen (v) [resultaat]

NL DE Vertalingen voor in

in (prep) [within a given time interval] unter (prep) [within a given time interval]
in (a) [mode] populär (a) [mode]
in (o) [in elk] in (o) [in elk]
in (a) [mode] in (a) [mode]
in (o) [nabijheid] in (o) [nabijheid]
in (o) [richting] in (o) [richting]
in (n v) [to cut into small cubes] in (n v) [to cut into small cubes]
in (o) [voorzetsel] in (o) [voorzetsel]
in (o) [nabijheid] bei (o) [nabijheid]
in (a) [gedrag] in Mode (a) [gedrag]

NL DE Vertalingen voor de

de (article adv) [article] das (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
de (adj v) [permitted to] fähig (adj v) [permitted to]
de (article adv) [article] der (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [article] die (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]
de (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to] du (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to]

NL DE Vertalingen voor hand

hand (n) {m} Hand (n) {f}
hand (n) [anatomie] {m} Hand (n) {f} [anatomie]

NL DE Vertalingen voor werken

werken (n v) [to labour, to work] {n} schuften (n v) [to labour, to work]
werken (v) {n} arbeiten (v)
werken (v) [algemeen] {n} arbeiten (v) [algemeen]
werken (n v) [to do a specific task] {n} arbeiten (n v) [to do a specific task]
werken (v) [werk] {n} arbeiten (v) [werk]
werken (v) [werk] {n} schwer arbeiten (v) [werk]
werken (v) [mechanisch] {n} gehen (v) [mechanisch]
werken (n v) [function correctly] {n} funktionieren (n v) [function correctly]
werken (v) [mechanisch] {n} funktionieren (v) [mechanisch]
werken (v) [algemeen] {n} wirken (v) [algemeen]