Zoek woord iemand laten schrikken heeft 3 resultaten
Ga naar
| iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | | einer (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |
| iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | | einer (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |
| iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | | irgendeiner (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |
| iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | | irgendeiner (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |
| iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | | irgendjemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |
| iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | | irgendjemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |
| iemand (n) | | jemand (n) | |
| iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | | jemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] | |
| iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | | jemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] | |
| iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] | | jemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] | |
| laten (v) - gelaten
- laat
- laten
- liet
- lieten
| | lassen (v) - gelassen
- lässt
- lassen
- ließen
- ließest
- lass
| |
| laten (v) [stuk] - gelaten
- laat
- laten
- liet
- lieten
| | lassen (v) [stuk] - gelassen
- lässt
- lassen
- ließen
- ließest
- lass
| |
| laten (v) [vergeten] | | liegen lassen (v) [vergeten] | |
| laten (v) [stuk] | | übrig lassen (v) [stuk] | |
| laten (n adv prep adj v) [to drop] | | fallen lassen (n adv prep adj v) [to drop] | |
| laten (n v) [ascribe the greatest importance] - gelaten
- laat
- laten
- liet
- lieten
| | aufweisen (n v) [ascribe the greatest importance] - aufgewiesen
- weisen auf
- weist auf
- wiesest auf
- wiesen auf
- weis(e) auf
| |
| laten (n v) [ascribe the greatest importance] - gelaten
- laat
- laten
- liet
- lieten
| | darbieten (n v) [ascribe the greatest importance] - dargeboten
- bieten dar
- bietest dar
- botest dar
- boten dar
- biet(e) dar
| |
| laten (n v) [ascribe the greatest importance] - gelaten
- laat
- laten
- liet
- lieten
| | bieten (n v) [ascribe the greatest importance] - geboten
- bieten
- bietest
- botest
- boten
- biet(e)
| |
| laten (n v) [ascribe the greatest importance] | | besonders (n v) [ascribe the greatest importance] | |
| schrikken (n v) [to move or be excited on feeling alarm] - geschrikt
- schrikt
- schrikken
- schrikte
- schrikten
| | aufschrecken (n v) [to move or be excited on feeling alarm] - aufgeschreckt
- schreckst auf
- schrecken auf
- schrecktest auf
- schreckten auf
- schreck(e) auf
| |
| schrikken (v) [verrassing] - geschrikt
- schrikt
- schrikken
- schrikte
- schrikten
| | aufschrecken (v) [verrassing] - aufgeschreckt
- schreckst auf
- schrecken auf
- schrecktest auf
- schreckten auf
- schreck(e) auf
| |
| schrikken (n v) [to frighten] - geschrikt
- schrikt
- schrikken
- schrikte
- schrikten
| | erschrecken (n v) [to frighten] - erschreckt
- erschreckst
- erschrecken
- erschrecktest dich
- erschreckten
- erschreck(e)
| |
| schrikken (v) [verrassing] - geschrikt
- schrikt
- schrikken
- schrikte
- schrikten
| | erschrecken (v) [verrassing] - erschreckt
- erschreckst
- erschrecken
- erschrecktest dich
- erschreckten
- erschreck(e)
| |