Zoek woord iemand bang maken heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
iemand bang maken (v) [vrees] jemandem Angst machen (v) [vrees]
iemand bang maken (v) [vrees] jemanden bange machen (v) [vrees]
iemand bang maken (v) [vrees] jemanden erschrecken (v) [vrees]

NL DE Vertalingen voor iemand

iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] einer (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] einer (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] irgendeiner (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] irgendeiner (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] irgendjemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] irgendjemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (n) jemand (n)
iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] jemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] jemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] jemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.]

NL DE Vertalingen voor bang

bang (v) [to disturb with fear] erschrecken (v) [to disturb with fear]
bang (adj) [afraid, frightened] ängstlich (adj) [afraid, frightened]
bang (a) [angstig] ängstlich (a) [angstig]
bang (a) [gevoelens] ängstlich (a) [gevoelens]
bang (adj) [impressed with fear or apprehension; in fear; apprehensive] ängstlich (adj) [impressed with fear or apprehension; in fear; apprehensive]
bang (a) [persoon] ängstlich (a) [persoon]
bang (a) [vrees] ängstlich (a) [vrees]
bang (a) [vrees] angstvoll (a) [vrees]
bang (a) [gevoelens] bang (a) [gevoelens]
bang (a) [vrees] bang (a) [vrees]

NL DE Vertalingen voor maken

maken (v adj) [to put into existence] schaffen (v adj) [to put into existence]
maken (v n) [cause to become] treiben (v n) [cause to become]
maken (v) [aktie] tun (v) [aktie]
maken (v) [aktie] machen (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] machen (v) [algemeen]
maken (v) [winst] machen (v) [winst]
maken (v adj) [to put into existence] kreieren (v adj) [to put into existence]