Zoek woord gewohnt heeft 12 resultaten
DE Duits NL Nederlands
gewohnt [Gewohnheit] gangbaar [Gewohnheit]
gewohnt (a) [Gewohnheit] gangbaar (a) [Gewohnheit]
gewohnt [Gewohnheit] gewoon [Gewohnheit]
gewohnt (a) [Gewohnheit] gewoon (a) [Gewohnheit]
gewohnt (n adj v) [accustomed, apt] gewoon (n adj v) [accustomed, apt]
DE Duits NL Nederlands
gewohnt [Gewohnheit] vertrouwd [Gewohnheit]
gewohnt (a) [Gewohnheit] vertrouwd (a) [Gewohnheit]
gewohnt [Gewohnheit] gebruikelijk [Gewohnheit]
gewohnt (a) [Gewohnheit] gebruikelijk (a) [Gewohnheit]
gewohnt [Gewohnheit] gewend [Gewohnheit]
gewohnt (a) [Gewohnheit] gewend (a) [Gewohnheit]
gewohnt (n adj v) [accustomed, apt] gewend (n adj v) [accustomed, apt]

Duits Nederlands vertalingen