Zoek woord Fremder heeft 5 resultaten
Ga naar
DE Duits NL Nederlands
Fremder (n adj v) [foreigner] {m} buitenlander (n adj v) {m} [foreigner]
Fremder (n adj v) [person, etc. from outside] {m} vreemdeling (n adj v) {m} [person, etc. from outside]
Fremder (n adj v) [foreigner] {m} vluchteling (n adj v) {m} [foreigner]
Fremder (n) [person whom one does not know] {m} vreemde (n) {m} [person whom one does not know]
Fremder (n adj v) [foreigner] {m} allochtoon (n adj v) [foreigner]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor fremder NL Vertalingen
Besuch [Gast] m bezoeker {m}
Besucher [Gast] m bezoeker {m}
Gast [Fremdling] m gast {m}
Reisender [Ausländer] (m reiziger {m}
Tourist [Ausländer] m toerist {m}
Urlauber [Ausländer] m vakantieganger {m}
Gesellschaft [Besuch] f gezelschap {n}
Führung [Besuch] f rondleiding {f}
Aufenthalt [Besuch] m oponthoud {n}
Anwesenheit [Besuch] f tegenwoordigheid {f}
Ankunft [Besuch] f komst {m}
Anblick [Besuch] m gezicht (formal)
Besichtigung [Besuch] (f bezichtiging
Zusammenkunft [Besuch] f samenkomst {f}
Gäste [Besuch] gezelschap {n}
Stammgast [Besuch] m stamgaste {f}
Krankenbesuch [Besuch] m ziekenbezoek {n}
Passagier [Reisegast] m passagier {m}
Fahrgast [Reisegast] m (m opvarende
Ausflügler [Reisegast] m dagtoerist {m}