Zoek woord diefstal met braak heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
diefstal met braak (n) [misdaad] {m} Einbruchsdiebstahl (n) {m} [misdaad]

NL DE Vertalingen voor diefstal

diefstal (n) {m} Diebstahl (n) {m}
diefstal (n) [act of stealing property] {m} Diebstahl (n) {m} [act of stealing property]
diefstal (n) [misdaad] {m} Diebstahl (n) {m} [misdaad]
diefstal (n) [rechten] {m} Diebstahl (n) {m} [rechten]
diefstal (v n) [the act of stealing] {m} Diebstahl (v n) {m} [the act of stealing]
diefstal (n) [misdaad] {m} Raub (n) {m} [misdaad]
diefstal (v n) [the act of stealing] {m} Raub (v n) {m} [the act of stealing]

NL DE Vertalingen voor met

met (o) [algemeen] im Vergleich zu (o) [algemeen]
met (v n) [to engage in combat] kämpfen (v n) [to engage in combat]
met (prep) [against] gegen (prep) [against]
met (prep adv adj n) [indicating amount of progression] um (prep adv adj n) [indicating amount of progression]
met (adv prep adj n v) [facing upwards] hoch (adv prep adj n v) [facing upwards]
met (n) mit (n)
met (prep) [against] mit (prep) [against]
met (o) [algemeen] mit (o) [algemeen]
met (prep) [by means of] mit (prep) [by means of]
met (o) [eigenschap] mit (o) [eigenschap]

NL DE Vertalingen voor braak

braak (n) [algemeen] {m} Brechen (n) {n} [algemeen]
braak (n) [algemeen] {m} Brechung (n) {f} [algemeen]
braak (a) [landbouw] {m} brach (a) [landbouw]