Zoek woord de toegang ontzeggen heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
de toegang ontzeggen (v) [algemeen] aussperren (v) [algemeen]

NL DE Vertalingen voor de

de (article adv) [article] das (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] das (o) [bepaald lidwoord]
de (adj v) [permitted to] fähig (adj v) [permitted to]
de (article adv) [article] der (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] der (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
de (article adv) [article] die (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] die (o) [bepaald lidwoord]
de (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to] du (pronoun determiner) [the individual or group spoken/written to]

NL DE Vertalingen voor toegang

toegang (n) [algemeen] {f} Zugang (n) {m} [algemeen]
toegang (n v) [right or ability of approaching or entering] {f} Zugang (n v) {m} [right or ability of approaching or entering]
toegang (n v) [way or means of approaching] {f} Zugang (n v) {m} [way or means of approaching]
toegang (n v) [way or means of approaching] {f} Eingang (n v) {m} [way or means of approaching] (m)
toegang (n) [algemeen] {f} Eintritt (n) {m} [algemeen]
toegang (n) [gebouw] {f} Eintritt (n) {m} [gebouw]
toegang (n) [toegangsprijs] {f} Eintritt (n) {m} [toegangsprijs]
toegang (n) [algemeen] {f} Zutritt (n) {m} [algemeen]
toegang (n) [gebouw] {f} Zutritt (n) {m} [gebouw]
toegang (n) [permission to enter] {f} Zutritt (n) {m} [permission to enter]

NL DE Vertalingen voor ontzeggen

ontzeggen (v) [to not allow] verweigern (v) [to not allow]
ontzeggen (v) [weigeren] verweigern (v) [weigeren]
ontzeggen (v) [to not allow] ablehnen (v) [to not allow]
ontzeggen (v) [weigeren] ablehnen (v) [weigeren]
ontzeggen (v) [weigeren] zurückweisen (v) [weigeren]
ontzeggen (v) [to not allow] vorenthalten (v) [to not allow]
ontzeggen (v) [to deny oneself something] entsagen (v) [to deny oneself something]
ontzeggen (v) [verbieden] untersagen (v) [verbieden]
ontzeggen (v) [verbieden] verbieten (v) [verbieden]