Zoek woord bemand zijn door heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands DE Duits
bemand zijn door (v) [baan] mit Personal ausgestattet sein (v) [baan]

NL DE Vertalingen voor bemand

bemand (a) bemannt (a)
bemand (a) [voertuigen] bemannt (a) [voertuigen]

NL DE Vertalingen voor zijn

zijn (v) {n} geben (v)
zijn (n) [bestaan] {n} Leben (n) {n} [bestaan]
zijn (n) [bestaan] {n} Sein (n) {n} [bestaan]
zijn (v) [filosofie] {n} existieren (v) [filosofie]
zijn (n) [filosofie] {n} Dasein (n) {n} [filosofie]
zijn {n} befinden (sich)
zijn (n) {n} sein (n)
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} sein (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} sein (v) [algemeen]
zijn (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] {n} sein (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]

NL DE Vertalingen voor door

door (adv prep conj adj) [as a result of] wegen (adv prep conj adj) [as a result of]
door (o) [reden] wegen (o) [reden]
door (prep) [caused by] aufgrund (prep) [caused by]
door (a) durch (a)
door (o) [algemeen] durch (o) [algemeen]
door (o) [bijwoord] durch (o) [bijwoord]
door (prep adj adv n) [by means of] durch (prep adj adv n) [by means of]
door (o) [deling] durch (o) [deling]
door (prep adv adj n) [indicates a means] durch (prep adv adj n) [indicates a means]
door (o) [middel] durch (o) [middel]