Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / B / beinhalten

NL DE Nederlands Duits vertalingen voor beinhalten

Zoek woord beinhalten heeft 21 resultaten
Ga naar Duits » Nederlands
DE Duits NL Nederlands
beinhalten [bestehen aus] opgebouwd zijn uit [bestehen aus]
beinhalten (v) [umfassen] behelzen (v) [umfassen]
beinhalten [umfassen] behelzen [umfassen]
beinhalten (v) [umfassen] bevatten (v) [umfassen]
beinhalten [umfassen] bevatten [umfassen]
DE Duits NL Nederlands
beinhalten (v) [include] bevatten (v) [include]
beinhalten (v) [umfassen] omvatten (v) [umfassen]
beinhalten [umfassen] omvatten [umfassen]
beinhalten (v) [bestehen aus] omvatten (v) [bestehen aus]
beinhalten [bestehen aus] omvatten [bestehen aus]
beinhalten (v) [bestehen aus] opgebouwd zijn uit (v) [bestehen aus]
beinhalten [mit sich bringen] insluiten {n} [mit sich bringen]
beinhalten (v) [bestehen aus] bestaan uit (v) [bestehen aus]
beinhalten [bestehen aus] bestaan uit [bestehen aus]
beinhalten (v) [mit sich bringen] impliceren (v) [mit sich bringen]
beinhalten [mit sich bringen] impliceren [mit sich bringen]
beinhalten (v) [umfassen] inhouden (v) [umfassen]
beinhalten [umfassen] inhouden [umfassen]
beinhalten (v) [mit sich bringen] inhouden (v) [mit sich bringen]
beinhalten [mit sich bringen] inhouden [mit sich bringen]
beinhalten (v) [mit sich bringen] insluiten (v) {n} [mit sich bringen]

Duits Nederlands vertalingen

DE Synoniemen voor beinhalten NL Vertalingen
behandeln [handeln von] bejegenen
erzählen [handeln von] berichten
enthalten [zum Inhalt haben] behelzen
zeigen [zum Inhalt haben] tonen {n}
aussagen [zum Inhalt haben] getuigen
darstellen [zum Inhalt haben] afbeelden
heißen [zum Inhalt haben] betekenen
meinen [zum Inhalt haben] vermoeden {n}
bedeuten [zum Inhalt haben] betekenen
ausdrücken [zum Inhalt haben] eruit werken
anzeigen [zum Inhalt haben] wijzen op
vorstellen [zum Inhalt haben] (sich voorstellen
bestehen [enthalten] bestaan {n}
bezeichnen [enthalten] noemen
aufweisen [enthalten] benadrukken
bergen [enthalten] halen uit
umgeben [enthalten] omgeven {n}
messen [enthalten] meten {n}
umfassen [enthalten] bevatten
fassen [enthalten] pakken