| | abziehen (v) [Preise] | | korting geven (v) [Preise] | |
| | abziehen [Preise] | | korting geven [Preise] | |
| | abziehen (v) [Rasiermesser] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aanzetten (v) [Rasiermesser] - aangezet
- zetten aan
- zet aan
- zetten aan
- zette aan
| |
| | abziehen [Rasiermesser] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aanzetten [Rasiermesser] - aangezet
- zetten aan
- zet aan
- zetten aan
- zette aan
| |
| | abziehen (v) [Preise] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | afdoen (v) [Preise] - afgedaan
- doen af
- doet af
- deed af
- deden af
| |
| | abziehen [Preise] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | afdoen [Preise] - afgedaan
- doen af
- doet af
- deed af
- deden af
| |
| | abziehen (a) [Mathematik] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | afnemen (a) [Mathematik] - afgenomen
- nemen af
- neemt af
- namen af
- nam af
| |
| | abziehen [Fotografie] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | afdrukken [Fotografie] - afgedrukt
- drukt af
- drukken af
- drukte af
- drukten af
| |
| | abziehen (v) [to remove or reduce] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aftrekken (v) [to remove or reduce] - afgetrokken
- trekt af
- trekken af
- trokken af
- trok af
| |
| | abziehen (a) [Mathematik] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aftrekken (a) [Mathematik] - afgetrokken
- trekt af
- trekken af
- trokken af
- trok af
| |
| | abziehen (v) [Mathematik] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aftrekken (v) [Mathematik] - afgetrokken
- trekt af
- trekken af
- trokken af
- trok af
| |
| | abziehen [Mathematik] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aftrekken [Mathematik] - afgetrokken
- trekt af
- trekken af
- trokken af
- trok af
| |
| | abziehen (v) [Geld] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aftrekken (v) [Geld] - afgetrokken
- trekt af
- trekken af
- trokken af
- trok af
| |
| | abziehen [Geld] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | aftrekken [Geld] - afgetrokken
- trekt af
- trekken af
- trokken af
- trok af
| |
| | abziehen (v) [Geld] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | inhouden (v) [Geld] - ingehouden
- houden in
- houdt in
- hield in
- hielden in
| |
| | abziehen [Geld] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | inhouden [Geld] - ingehouden
- houden in
- houdt in
- hield in
- hielden in
| |
| | abziehen (v) [Geld] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | afhouden (v) [Geld] - afgehouden
- houdt af
- houden af
- hield af
- hielden af
| |
| | abziehen [Geld] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | afhouden [Geld] - afgehouden
- houdt af
- houden af
- hield af
- hielden af
| |
| | abziehen (v) [Fotografie] - abgezogen
- ziehst ab
- ziehen ab
- zogst ab
- zogen ab
- ziehe ab
| | afdrukken (v) [Fotografie] - afgedrukt
- drukt af
- drukken af
- drukte af
- drukten af
| |
