aan het hoofd zeuren vertaling - Nederlands Duits vertaling voor aan het hoofd zeuren

Woxikon / Woordenboek / Nederlands Duits / A / aan het hoofd zeuren

Zoek woord aan het hoofd zeuren heeft eén resultaat

Ga naar

NL	Nederlands	DE	Duits
	aan het hoofd zeuren (v) [bekritiseren]		nörgeln an (v) [bekritiseren]

NL DE Vertalingen voor aan

	aan (o) [nabijheid]		in (o) [nabijheid]
	aan (o) [nabijheid]		bei (o) [nabijheid]
	aan (n) [denoting unit price]		je (n) [denoting unit price]
	aan (adv prep adj n v) [next]		dran (adv prep adj n v) [next]

NL DE Vertalingen voor het

	het (n v abbr) [work, suffice]		reichen (n v abbr) [work, suffice]
	het (article adv) [article]		das (article adv) [article]
	het (o) [bepaald lidwoord]		das (o) [bepaald lidwoord]
	het (article adv) [article]		der (article adv) [article]
	het (o) [bepaald lidwoord]		der (o) [bepaald lidwoord]
	het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]		der (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
	het (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]		der (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class]
	het (article adv) [with a superlative]		der (article adv) [with a superlative]
	het (article adv) [article]		die (article adv) [article]
	het (o) [bepaald lidwoord]		die (o) [bepaald lidwoord]

NL DE Vertalingen voor hoofd

	hoofd (n) [positie] {n}		Spitze (n) {f} [positie]
	hoofd (n) [positie] {n}		Führung (n) {f} [positie]
	hoofd (n) [bedrijf - man] {n}		Anführer (n) {m} [bedrijf - man]
	hoofd (n) [bedrijf - man] {n}		Chef (n) {m} [bedrijf - man]
	hoofd (n) [bedrijf - vrouw] {n}		Chefin (n) {f} [bedrijf - vrouw]
	hoofd (n) {n}		Kopf (n) {m}
	hoofd (n) [anatomie] {n}		Kopf (n) {m} [anatomie]
	hoofd (n) [instituut] {n}		Direktor (n) {m} [instituut]
	hoofd {n}		Haupt {n} (n)

NL DE Vertalingen voor zeuren

	zeuren (n v) [to complain or protest with a whine or as if with a whine] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		heulen (n v) [to complain or protest with a whine or as if with a whine] geheult heulen heulst heulten heultest heul(e)
	zeuren (v) [gedrag] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		jammern (v) [gedrag] gejammert jammern jammerst jammerten jammertest jamm(e)re
	zeuren (n v) [to complain or protest] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		jammern (n v) [to complain or protest] gejammert jammern jammerst jammerten jammertest jamm(e)re
	zeuren (n v) [to complain or protest with a whine or as if with a whine] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		jammern (n v) [to complain or protest with a whine or as if with a whine] gejammert jammern jammerst jammerten jammertest jamm(e)re
	zeuren (v) [gedrag] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		klagen (v) [gedrag] geklagt klagen klagst klagtest klagten klag(e)
	zeuren (v) [gedrag] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		meckern (v) [gedrag] gemeckert meckerst meckern meckerten meckertest meck(e)re
	zeuren (n v) [to complain or protest] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		meckern (n v) [to complain or protest] gemeckert meckerst meckern meckerten meckertest meck(e)re
	zeuren (v) gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		nörgeln (v) genörgelt nörgelst nörgeln nörgeltest nörgelten nörg(e)le
	zeuren (v) [klacht] gezeurd zeurt zeuren zeurde zeurden		nörgeln (v) [klacht] genörgelt nörgelst nörgeln nörgeltest nörgelten nörg(e)le
	zeuren (n v) [a long-drawn, high-pitched complaining cry or sound]		Heulen (n v) {n} [a long-drawn, high-pitched complaining cry or sound]