Zoek woord zuinig heeft 12 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
zuinig (a) [algemeen] måttlig (a) [algemeen]
zuinig (a) [methode] måttlig (a) [methode]
zuinig (a) [persoon] måttlig (a) [persoon]
zuinig (a) [algemeen] sparsam (a) [algemeen]
zuinig (adj) [careful with money] sparsam (adj) [careful with money]
NL Nederlands SV Zweeds
zuinig (adj) [economical, avoiding waste, thrifty] sparsam (adj) [economical, avoiding waste, thrifty]
zuinig (a) [methode] sparsam (a) [methode]
zuinig (a) [persoon] sparsam (a) [persoon]
zuinig (a) [algemeen] ekonomisk (a) [algemeen]
zuinig (a) [methode] ekonomisk (a) [methode]
zuinig (a) [persoon] ekonomisk (a) [persoon]
zuinig (adj) [economical, avoiding waste, thrifty] frugal (adj) [economical, avoiding waste, thrifty]
NL Synoniemen voor zuinig SV Vertalingen
behoudend [calvinistisch] obtuso
dogmatisch [calvinistisch] dogmático
ingetogen [calvinistisch] deprimido
sober [calvinistisch] abstemio {m}
stijf [calvinistisch] n adolorido
rechtlijnig [calvinistisch] rectilíneo
inhalig [gierig] ávido
schraperig [gierig] tacaño {m}
schriel [gierig] tacaño {m}
gierig [schriel] ávido
kaal [schraal] desnudo
krenterig [hebzuchtig] tacaño {m}
vrekkig [hebzuchtig] tacaño {m}
voordelig [voordelig] ventajoso
spaarzaam [economisch] frugal
teleurgesteld [sip] decepcionado
voorzichtig [spaarzaam] delicadamente
calvinistisch [behoudend] calvinista {m}