Zoek woord zich verenigen met heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
zich verenigen met (v) [algemeen] förena sig med (v) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor zich

zich (v) [survive; to do well enough] klara sig (v) [survive; to do well enough]
zich (v) [to seize power] tillskansa sig (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] ta på sig (n v) [put on clothes]
zich (v n) [make a firm decision] besluta (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] er (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] er (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] eder (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL SV Vertalingen voor verenigen

verenigen (v) [algemeen] {n} förena (v) [algemeen]
verenigen (v) [cause to become one] {n} förena (v) [cause to become one]
verenigen (v) [samenvoegen] {n} förena (v) [samenvoegen]
verenigen (v) [to come or bring together as one] {n} förena (v) [to come or bring together as one]
verenigen (n) [aktie] {n} enande (n) {n} [aktie]
verenigen (v) [tijd] {n} kombinera (v) [tijd]
verenigen (v) [algemeen] {n} ena (v) [algemeen]
verenigen (v) [samenvoegen] {n} ena (v) [samenvoegen]
verenigen (v) [algemeen] {n} sammanföra (v) [algemeen]
verenigen (v) [samenvoegen] {n} sammanföra (v) [samenvoegen]

NL SV Vertalingen voor met

met (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] till (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
met (prep) [against] mot (prep) [against]
met (o) [algemeen] mot (o) [algemeen]
met (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] mot (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
met (o) [algemeen] garnerad med (o) [algemeen]
met (o) [eigenschap] garnerad med (o) [eigenschap]
met (o) [in het geval van] garnerad med (o) [in het geval van]
met (o) [middel] garnerad med (o) [middel]
met (o) [op hetzelfde tempo als] garnerad med (o) [op hetzelfde tempo als]
met (o) [positie] garnerad med (o) [positie]