Zoek woord zich schikken naar heeft 5 resultaten
Ga naar
| zich (v) [survive; to do well enough] | | klara sig (v) [survive; to do well enough] | |
| zich (v) [to seize power] | | tillskansa sig (v) [to seize power] | |
| zich (n v) [put on clothes] | | ta på sig (n v) [put on clothes] | |
| zich (v n) [make a firm decision] | | besluta (v n) [make a firm decision] | |
| zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | | er (o) [wederkerend vnw. - enk.] | |
| zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | | er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] | |
| zich (o) [wederkerend voornaamwoord] | | er (o) [wederkerend voornaamwoord] | |
| zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | | er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] | |
| zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | | er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] | |
| zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] | | eder (o) [wederkerend vnw. - enk.] | |
| schikken (v) [classificatie] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | ordna (v) [classificatie] | |
| schikken (v) [ordening] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | ordna (v) [ordening] | |
| schikken (v) [classificatie] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | arrangera (v) [classificatie] | |
| schikken (v) [ordening] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | arrangera (v) [ordening] | |
| schikken (v) [ordening] | | ställa upp på led (v) [ordening] | |
| schikken (v) [classificatie] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | organisera (v) [classificatie] | |
| schikken (v) [classificatie] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | anordna (v) [classificatie] | |
| schikken (v) [classificatie] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | indela (v) [classificatie] | |
| schikken (v) [classificatie] | | ställa i ordning (v) [classificatie] | |
| schikken (v) [classificatie] - geschikt
- schikt
- schikken
- schikte
- schikten
| | dela (v) [classificatie] | |
| naar (a) [gevoelens] | | otrevlig (a) [gevoelens] | |
| naar (a) [ruiken] | | otrevlig (a) [ruiken] | |
| naar (a) [verwachting] | | förskräcklig (a) [verwachting] | |
| naar (a) [gevoelens] | | hemsk (a) [gevoelens] | |
| naar (a) [ruiken] | | hemsk (a) [ruiken] | |
| naar (adv prep conj adj) [in allusion to, in imitation of; following or referencing] | | efter (adv prep conj adj) [in allusion to, in imitation of; following or referencing] | |
| naar (o) [bestemming] | | till (o) [bestemming] | |
| naar (prep adj) [in the direction of] | | till (prep adj) [in the direction of] | |
| naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] | | till (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] | |
| naar (o) [richting] | | till (o) [richting] | |