Zoek woord zich schikken naar heeft 5 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
zich schikken naar (v) [to accept a decision or law and act in accordance with it; to conform to; to acquiesce] hålla sig till (v) [to accept a decision or law and act in accordance with it; to conform to; to acquiesce]
zich schikken naar (v) [regels] anpassa sig till (v) [regels]
zich schikken naar (v) [situatie] anpassa sig till (v) [situatie]
zich schikken naar (v) [regels] rätta sig efter (v) [regels]
zich schikken naar (v) [situatie] rätta sig efter (v) [situatie]

NL SV Vertalingen voor zich

zich (v) [survive; to do well enough] klara sig (v) [survive; to do well enough]
zich (v) [to seize power] tillskansa sig (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] ta på sig (n v) [put on clothes]
zich (v n) [make a firm decision] besluta (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] er (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] er (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] eder (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL SV Vertalingen voor schikken

schikken (v) [classificatie] ordna (v) [classificatie]
schikken (v) [ordening] ordna (v) [ordening]
schikken (v) [classificatie] arrangera (v) [classificatie]
schikken (v) [ordening] arrangera (v) [ordening]
schikken (v) [ordening] ställa upp på led (v) [ordening]
schikken (v) [classificatie] organisera (v) [classificatie]
schikken (v) [classificatie] anordna (v) [classificatie]
schikken (v) [classificatie] indela (v) [classificatie]
schikken (v) [classificatie] ställa i ordning (v) [classificatie]
schikken (v) [classificatie] dela (v) [classificatie]

NL SV Vertalingen voor naar

naar (a) [gevoelens] otrevlig (a) [gevoelens]
naar (a) [ruiken] otrevlig (a) [ruiken]
naar (a) [verwachting] förskräcklig (a) [verwachting]
naar (a) [gevoelens] hemsk (a) [gevoelens]
naar (a) [ruiken] hemsk (a) [ruiken]
naar (adv prep conj adj) [in allusion to, in imitation of; following or referencing] efter (adv prep conj adj) [in allusion to, in imitation of; following or referencing]
naar (o) [bestemming] till (o) [bestemming]
naar (prep adj) [in the direction of] till (prep adj) [in the direction of]
naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] till (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
naar (o) [richting] till (o) [richting]