Zoek woord zich baden heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
zich baden (v) [vermaak] simma (v) [vermaak]

NL SV Vertalingen voor zich

zich (v) [survive; to do well enough] klara sig (v) [survive; to do well enough]
zich (v) [to seize power] tillskansa sig (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] ta på sig (n v) [put on clothes]
zich (v n) [make a firm decision] besluta (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] er (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] er (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] eder (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL SV Vertalingen voor baden

baden (v) [transitief] {n} bada (v) [transitief]
baden (v) [voorwerpen] {n} doppa (v) [voorwerpen]
baden (v) [voorwerpen] {n} sänka ner (v) [voorwerpen]
baden (v) [voorwerpen] {n} sticka ned (v) [voorwerpen]
baden (v) [voorwerpen] {n} doppa ner (v) [voorwerpen]