Zoek woord zachtjes laten koken heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
zachtjes laten koken (v) [culinair] sjuda (v) [culinair]
zachtjes laten koken (v) [culinair] bräsera (v) [culinair]
zachtjes laten koken (v) [culinair] småkoka (v) [culinair]

NL SV Vertalingen voor zachtjes

zachtjes (o) [aanraking] lätt (o) [aanraking]
zachtjes (o) [snelheid] långsamt (o) [snelheid]
zachtjes (o) [aanraking] mjukt (o) [aanraking]
zachtjes (o) [aanraking] ömt (o) [aanraking]

NL SV Vertalingen voor laten

laten (v) [stuk] lämna (v) [stuk]
laten (v n) [cause to do] (v n) [cause to do]
laten (v) [stuk] lämna kvar (v) [stuk]
laten (v) [vergeten] glömma (v) [vergeten]
laten (v) [vergeten] glömma kvar (v) [vergeten]

NL SV Vertalingen voor koken

koken (n v abbr) [cook] {n} laga (n v abbr) [cook]
koken (n v) [to prepare food] {n} tillaga (n v) [to prepare food]
koken (n v) [begin to turn into a gas] {n} koka (n v) [begin to turn into a gas]
koken (n v) [cook in boiling water] {n} koka (n v) [cook in boiling water]
koken (v) [culinair] {n} koka (v) [culinair]
koken (v) [fysica] {n} koka (v) [fysica]
koken (n v) [heat (a liquid) until it begins to turn into a gas] {n} koka (n v) [heat (a liquid) until it begins to turn into a gas]
koken (v) [intransitief] {n} koka (v) [intransitief]
koken (n v) [to become ready for eating] {n} koka (n v) [to become ready for eating]
koken (v) [transitief] {n} koka (v) [transitief]