Zoek woord weer vastmaken heeft 2 resultaten
Ga naar
| weer (adv prep) [another time] {n} | | ånyo (adv prep) [another time] | |
| weer (o) [nog eens] {n} | | ånyo (o) [nog eens] | |
| weer (o) [opnieuw] {n} | | ånyo (o) [opnieuw] | |
| weer (adv prep) [another time] {n} | | på nytt (adv prep) [another time] | |
| weer (o) [nog eens] {n} | | på nytt (o) [nog eens] | |
| weer (o) [opnieuw] {n} | | på nytt (o) [opnieuw] | |
| weer (o) [nog eens] {n} | | omigen (o) [nog eens] | |
| weer (o) [opnieuw] {n} | | omigen (o) [opnieuw] | |
| weer (n) [action of protecting from attack] {n} | | försvar (n) {n} [action of protecting from attack] | |
| weer (adv prep) [another time] {n} | | igen (adv prep) [another time] | |
| vastmaken (v) [nautisch] - vastgemaakt
- maakt vast
- maken vast
- maakte vast
- maakten vast
| | fästa (v) [nautisch] | |
| vastmaken (v) [vasthechten] - vastgemaakt
- maakt vast
- maken vast
- maakte vast
- maakten vast
| | fästa (v) [vasthechten] | |
| vastmaken (v) [nautisch] - vastgemaakt
- maakt vast
- maken vast
- maakte vast
- maakten vast
| | belägga (v) [nautisch] | |
| vastmaken (v) [vasthechten] - vastgemaakt
- maakt vast
- maken vast
- maakte vast
- maakten vast
| | belägga (v) [vasthechten] | |
| vastmaken (v) [nautisch] | | göra fast (v) [nautisch] | |
| vastmaken (v) [vasthechten] | | göra fast (v) [vasthechten] | |
| vastmaken (v) [nautisch] - vastgemaakt
- maakt vast
- maken vast
- maakte vast
- maakten vast
| | säkra (v) [nautisch] | |
| vastmaken (v) [vasthechten] - vastgemaakt
- maakt vast
- maken vast
- maakte vast
- maakten vast
| | säkra (v) [vasthechten] | |
| vastmaken (v) [nautisch] | | sätta fast (v) [nautisch] | |
| vastmaken (v) [vasthechten] | | sätta fast (v) [vasthechten] | |