Zoek woord waarschuwen voor heeft 3 resultaten
Ga naar
| waarschuwen (v) [gevaar] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | larma (v) [gevaar] | |
| waarschuwen (v) [gevaar] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | varna (v) [gevaar] | |
| waarschuwen (v) [to make someone aware of impending danger] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | varna (v) [to make someone aware of impending danger] | |
| waarschuwen (v) [to notify someone of something untoward] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | varna (v) [to notify someone of something untoward] | |
| waarschuwen (v) [politie] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | varsla (v) [politie] | |
| waarschuwen (v) [gevaar] | | varna för (v) [gevaar] | |
| waarschuwen (v) [algemeen] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | förvarna (v) [algemeen] | |
| waarschuwen (v) [politie] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | förvarna (v) [politie] | |
| waarschuwen (v) [to notify someone of something untoward] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | förvarna (v) [to notify someone of something untoward] | |
| waarschuwen (v) [to warn in advance] - gewaarschuwd
- waarschuwt
- waarschuwen
- waarschuwde
- waarschuwden
| | förvarna (v) [to warn in advance] | |
| voor (o) [algemeen] {m} | | för (o) [algemeen] | |
| voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} | | för (conj prep) [directed at, intended to belong to] | |
| voor (o) [prijs] {m} | | för (o) [prijs] | |
| voor (o) [ruil] {m} | | för (o) [ruil] | |
| voor (conj prep) [supporting] {m} | | för (conj prep) [supporting] | |
| voor (particle prep adv) [used to indicate purpose] {m} | | för (particle prep adv) [used to indicate purpose] | |
| voor (o) [algemeen] {m} | | till (o) [algemeen] | |
| voor (o) [plaats] {m} | | till (o) [plaats] | |
| voor (o) [ruil] {m} | | till (o) [ruil] | |
| voor (o) [tijd] {m} | | till (o) [tijd] | |