Woxikon / Woordenboek / Nederlands Zweeds / V / voor zich winnen

NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor voor zich winnen

Zoek woord voor zich winnen heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
voor zich winnen (v) [persoon] tjusa (v) [persoon]
voor zich winnen (v) [persoon] vinna (v) [persoon]
voor zich winnen (v) [persoon] övertyga (v) [persoon]
voor zich winnen (v) [persoon] intala (v) [persoon]

NL SV Vertalingen voor voor

voor (o) [algemeen] {m} för (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} för (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [prijs] {m} för (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} för (o) [ruil]
voor (conj prep) [supporting] {m} för (conj prep) [supporting]
voor (particle prep adv) [used to indicate purpose] {m} för (particle prep adv) [used to indicate purpose]
voor (o) [algemeen] {m} till (o) [algemeen]
voor (o) [plaats] {m} till (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} till (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} till (o) [tijd]

NL SV Vertalingen voor zich

zich (v) [survive; to do well enough] klara sig (v) [survive; to do well enough]
zich (v) [to seize power] tillskansa sig (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] ta på sig (n v) [put on clothes]
zich (v n) [make a firm decision] besluta (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] er (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] er (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] eder (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL SV Vertalingen voor winnen

winnen (v) [mijnbouw] gräva i (v) [mijnbouw]
winnen (v) [mijnbouw] bearbeta (v) [mijnbouw]
winnen (v) [mijnbouw] bryta (v) [mijnbouw]
winnen (v) [competitie] förvärva (v) [competitie]
winnen (v) [interesseren] förvärva (v) [interesseren]
winnen (v) [prijs] förvärva (v) [prijs]
winnen (v) [verkiezing] förvärva (v) [verkiezing]
winnen (v) [vertrouwen] förvärva (v) [vertrouwen]
winnen (v) [to obtain, or gain as the result of exertion] uppnå (v) [to obtain, or gain as the result of exertion]
winnen (v) [competitie] vinna (v) [competitie]