Zoek woord volhouden heeft 63 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
volhouden (v) [inspanning] {n} bita ihop tänderna (v) [inspanning]
volhouden (v) [overtuiging] {n} hålla stånd (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} hålla stånd (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} inte ge upp (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} inte ge upp (v) [moed]
NL Nederlands SV Zweeds
volhouden (v) [overtuiging] {n} inte ge upp (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} inte ge upp (v) [weerstand]
volhouden (n) [aktie] {n} fasthållande (n) {n} [aktie]
volhouden (v) [verklaring] {n} påstå (v) [verklaring]
volhouden (v) [verklaring] {n} göra gällande (v) [verklaring]
volhouden (v) [verklaring] {n} insistera (v) [verklaring]
volhouden (v) [verklaring] {n} vidhålla (v) [verklaring]
volhouden (v) [inspanning] {n} stå fast (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} stå fast (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} stå fast (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} stå fast (v) [weerstand]
volhouden (v) [moed] {n} hålla stånd (v) [moed]
volhouden (v) [moed] {n} bita ihop tänderna (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} bita ihop tänderna (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} bita ihop tänderna (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} hålla fast (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} hålla fast (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} hålla fast (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} hålla fast (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} sätta in alla sina krafter (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} sätta in alla sina krafter (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} sätta in alla sina krafter (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} sätta in alla sina krafter (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} inte ge efter (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} inte ge efter (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} inte ge efter (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} inte ge efter (v) [weerstand]
volhouden (v) [weerstand] {n} gå på (v) [weerstand]
volhouden (v) [moed] {n} fortsätta (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} fortsätta (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} fortsätta (v) [weerstand]
volhouden (v) [verklaring] {n} hävda (v) [verklaring]
volhouden (v) [inspanning] {n} upprätthålla (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} upprätthålla (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} upprätthålla (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} upprätthålla (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} hålla (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} hålla (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} hålla (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} hålla (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} gå på (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} gå på (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} gå på (v) [overtuiging]
volhouden (v) [inspanning] {n} fortsätta (v) [inspanning]
volhouden (v) [inspanning] {n} gå vidare (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} gå vidare (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} gå vidare (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} gå vidare (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} fullfölja (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} fullfölja (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} fullfölja (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} fullfölja (v) [weerstand]
volhouden (n) [aktie] {n} hävdande (n) {n} [aktie]
volhouden (v) [inspanning] {n} hålla ut (v) [inspanning]
volhouden (v) [moed] {n} hålla ut (v) [moed]
volhouden (v) [overtuiging] {n} hålla ut (v) [overtuiging]
volhouden (v) [weerstand] {n} hålla ut (v) [weerstand]
volhouden (v) [inspanning] {n} hålla stånd (v) [inspanning]