Zoek woord uitstel heeft 12 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
uitstel (n) [tijd] {n} andrum (n) {n} [tijd]
uitstel (n) [opschorting] {n} uppskov (n) {n} [opschorting]
uitstel (n) [rechten] {n} uppskov (n) {n} [rechten]
uitstel (n) [tijd] {n} uppskov (n) {n} [tijd]
uitstel (n) [opschorting] {n} anstånd (n) {n} [opschorting]
NL Nederlands SV Zweeds
uitstel (n) [rechten] {n} anstånd (n) {n} [rechten]
uitstel (n) [tijd] {n} anstånd (n) {n} [tijd]
uitstel (n) [vertraging] {n} anstånd (n) {n} [vertraging]
uitstel (n) [opschorting] {n} uppskjutande (n) {n} [opschorting]
uitstel (n) [rechten] {n} uppskjutande (n) {n} [rechten]
uitstel (n) [tijd] {n} uppskjutande (n) {n} [tijd]
uitstel (n) [suspension; temporary suppression] {n} träda (n) [suspension; temporary suppression]
NL Synoniemen voor uitstel SV Vertalingen
respijt [uitstel] n tregua {f}
opschorting [surséance] f suspenso
verdaging [opschorting] f suspensión {f}