Zoek woord twee keer per maand heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
twee keer per maand (a) [tweemaal per maand] två gånger i månaden (a) [tweemaal per maand]

NL SV Vertalingen voor twee

twee (n) [period of two weeks] {m} fjorton (n) [period of two weeks]
twee (a) [hoofdtelwoord] {m} två (a) [hoofdtelwoord]
twee (o) [hoofdtelwoord] {m} två (o) [hoofdtelwoord]
twee (num n) [one plus one] {m} två (num n) [one plus one]
twee (n) [period of two weeks] {m} två (n) [period of two weeks]
twee (num n) [digit or figure] {m} tvåa (num n) [digit or figure] (u)
twee (n) [playing card] {m} tvåa (n) [playing card] (u)

NL SV Vertalingen voor keer

keer (n prep v) [multiplied by] {m} gånger (n prep v) [multiplied by]
keer (int n v) [instance or occurrence] {m} gång (int n v) [instance or occurrence] (u)

NL SV Vertalingen voor per

per (o) [voorzetsel] för (o) [voorzetsel]
per (prep adv adj n) [steady progression] efter (prep adv adj n) [steady progression]
per (o) [reizen] med (o) [reizen]
per (o) [reizen] genom (o) [reizen]
per (o) [algemeen] per (o) [algemeen]
per (o) [voorzetsel] per (o) [voorzetsel]
per (o) [voorzetsel] till förmån för (o) [voorzetsel]
per (n prep) [by (means of); using (a medium)] via (n prep) [by (means of); using (a medium)]
per (o) [reizen] via (o) [reizen]
per (prep adv adj n) [indicates a means] genom att (prep adv adj n) [indicates a means]

NL SV Vertalingen voor maand