Zoek woord tekort hebben aan heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
tekort hebben aan (v) [voorraad] ha ont om (v) [voorraad]
tekort hebben aan (v) [voorraad] ha knappt med (v) [voorraad]

NL SV Vertalingen voor tekort

tekort (n) [lack; deficiency; nonexistence] {n} frånvaro (n) [lack; deficiency; nonexistence] (u)
tekort (n) [gebrek] {n} fel (n) {n} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} fel (n) {n} [hoeveelheid]
tekort (n) [karakter] {n} fel (n) {n} [karakter]
tekort (n) [Insufficiency] {n} brist (n) [Insufficiency] (u)
tekort (n) [lack (of)] {n} brist (n) [lack (of)] (u)
tekort (n) [geld] {n} underskott (n) {n} [geld]
tekort (n) [handel - financiën] {n} underskott (n) {n} [handel - financiën]
tekort (n) [situation wherein spending exceeds government revenue] {n} underskott (n) {n} [situation wherein spending exceeds government revenue]
tekort (n) [geld] {n} deficit (n) {n} [geld]

NL SV Vertalingen voor hebben

hebben äga
hebben (v) [algemeen] ha (v) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor aan

aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] till (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
aan (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] till (particle prep adv) [used to indicate the indirect object]
aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] mot (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
aan (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] åt (particle prep adv) [used to indicate the indirect object]
aan (o) [nabijheid] vid (o) [nabijheid]
aan (o) [nabijheid] nära (o) [nabijheid]
aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] med (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship]
aan (prep) [the option or decision of] upp till (prep) [the option or decision of]