Zoek woord struikelen over heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
struikelen over (v) [vallen] snubbla över (v) [vallen]
struikelen over (v) [woorden] snubbla över (v) [woorden]
struikelen over (v) [vallen] staka sig på (v) [vallen]
struikelen over (v) [woorden] staka sig på (v) [woorden]

NL SV Vertalingen voor struikelen

struikelen (n v adj) [fall over or stumble over an object] snava (n v adj) [fall over or stumble over an object]
struikelen (v) [persoon] snava (v) [persoon]
struikelen (n v adj) [fall over or stumble over an object] snubbla (n v adj) [fall over or stumble over an object]
struikelen (v) [persoon] snubbla (v) [persoon]
struikelen (n v) [to trip or fall] snubbla (n v) [to trip or fall]

NL SV Vertalingen voor over

over (o) [verband] beträffande (o) [verband]
over (prep adv adj) [concerning] angående (prep adv adj) [concerning]
over (o) [verband] angående (o) [verband]
over (o) [verband] med avseende på (o) [verband]
over (o) [algemeen] över (o) [algemeen]
over (o) [geld] över (o) [geld]
over (o) [overblijvend] över (o) [overblijvend]
over (o) [plaats] över (o) [plaats]
over (o) [richting] över (o) [richting]
over (o) [subject] över (o) [subject]