Zoek woord spreken van heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
spreken van (v) [algemeen] tala om (v) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor spreken

spreken (n) [aktie] {n} tal (n) {n} [aktie]
spreken (v) [woorden] {n} artikulera (v) [woorden]
spreken (v) [woorden] {n} uttala (v) [woorden]
spreken (v) [woorden] {n} tala tydligt (v) [woorden]
spreken (v) [toespraak] {n} deklamera (v) [toespraak]
spreken (v) [toespraak] {n} tala högt (v) [toespraak]
spreken (v) [een gesprek voeren] {n} hålla tal (v) [een gesprek voeren]
spreken (v) [taal] {n} hålla tal (v) [taal]
spreken (v) [toespraak] {n} hålla tal (v) [toespraak]
spreken (v) [woorden] {n} hålla tal (v) [woorden]

NL SV Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] för (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] till (o) [algemeen]
van (o) [bezit] (o) [bezit]
van (o) [boeken] (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] (o) [plaats]
van (o) [tijd] (o) [tijd]
van (o) [bezit] av (o) [bezit]
van (o) [boeken] av (o) [boeken]
van (o) [materiaal] av (o) [materiaal]