NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor punt van overeenkomst
Zoek woord punt van overeenkomst heeft eén resultaat
Ga naar
NL | Nederlands | SV | Zweeds | |
---|---|---|---|---|
punt van overeenkomst (n) [algemeen] {n} | sken (n) {n} [algemeen] |
NL SV Vertalingen voor punt
punt (n) [point(s) scored] {m} | mål (n) {n} [point(s) scored] | |||
punt (n) [schrijven] {m} | stift (n) {n} [schrijven] | |||
punt (n v) [extreme end of something] {m} | spets (n v) [extreme end of something] (u) | |||
punt (n v) [small spot or mark] {m} | fläck (n v) [small spot or mark] (u) | |||
punt (n v) [small spot or mark] {m} | prick (n v) [small spot or mark] (u) | |||
punt (n v) [performance expressed by a number, letter, or other symbol] {m} | betyg (n v) {n} [performance expressed by a number, letter, or other symbol] | |||
punt (n) [algemeen] {m} | poäng (n) [algemeen] (u) | |||
punt (n) [item] {m} | poäng (n) [item] (u) | |||
punt (n) [leesteken] {m} | poäng (n) [leesteken] (u) | |||
punt (n) [sport] {m} | poäng (n) [sport] (u) |
NL SV Vertalingen voor van
van (o) [algemeen] | för (o) [algemeen] | |||
van (o) [algemeen] | till (o) [algemeen] | |||
van (o) [bezit] | på (o) [bezit] | |||
van (o) [boeken] | på (o) [boeken] | |||
van (o) [oorsprong] | på (o) [oorsprong] | |||
van (o) [plaats] | på (o) [plaats] | |||
van (o) [tijd] | på (o) [tijd] | |||
van (o) [bezit] | av (o) [bezit] | |||
van (o) [boeken] | av (o) [boeken] | |||
van (o) [materiaal] | av (o) [materiaal] |
NL SV Vertalingen voor overeenkomst
overeenkomst (n adj) [Informal contract, mutual agreement] {f} | överenskommelse (n adj) [Informal contract, mutual agreement] (u) | |||
overeenkomst (n) [an understanding to follow a course of conduct] {f} | överenskommelse (n) [an understanding to follow a course of conduct] (u) | |||
overeenkomst (n) [algemeen] {f} | sken (n) {n} [algemeen] | |||
overeenkomst (n) [overeenstemming] {f} | sken (n) {n} [overeenstemming] | |||
overeenkomst (n) [verwantschap] {f} | sken (n) {n} [verwantschap] | |||
overeenkomst (n) [algemeen] {f} | släktskap (n) {n} [algemeen] | |||
overeenkomst (n) [overeenstemming] {f} | släktskap (n) {n} [overeenstemming] | |||
overeenkomst (n) [verwantschap] {f} | släktskap (n) {n} [verwantschap] | |||
overeenkomst (n) [an understanding to follow a course of conduct] {f} | samtycke (n) {n} [an understanding to follow a course of conduct] | |||
overeenkomst (n) [agreement, contract or pact] {f} | avtal (n) {n} [agreement, contract or pact] |