Zoek woord ophangen heeft 25 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
ophangen (v) [bericht] {n} upphänga (v) [bericht]
ophangen (v n) [to throw] {n} slunga (v n) [to throw]
ophangen (v) [telefoon] {n} lägga på luren (v) [telefoon]
ophangen (v) [telefoon] {n} ringa av (v) [telefoon]
ophangen (v) [wasgoed] {n} hänga (v) [wasgoed]
NL Nederlands SV Zweeds
ophangen (v) [voorwerpen] {n} hänga (v) [voorwerpen]
ophangen (v) [muur] {n} hänga (v) [muur]
ophangen (v) [misdaad] {n} hänga (v) [misdaad]
ophangen (v) [bericht] {n} hänga (v) [bericht]
ophangen (v) [algemeen] {n} hänga (v) [algemeen]
ophangen (v) [wasgoed] {n} upphänga (v) [wasgoed]
ophangen (v) [voorwerpen] {n} upphänga (v) [voorwerpen]
ophangen (v) [misdaad] {n} upphänga (v) [misdaad]
ophangen (v) [algemeen] {n} sätta upp (v) [algemeen]
ophangen (v) [algemeen] {n} upphänga (v) [algemeen]
ophangen (v) [wasgoed] {n} hänga upp (v) [wasgoed]
ophangen (v) [voorwerpen] {n} hänga upp (v) [voorwerpen]
ophangen (v) [misdaad] {n} hänga upp (v) [misdaad]
ophangen (v) [bericht] {n} hänga upp (v) [bericht]
ophangen (v) [algemeen] {n} hänga upp (v) [algemeen]
ophangen (v) [wasgoed] {n} sätta upp (v) [wasgoed]
ophangen (v) [voorwerpen] {n} sätta upp (v) [voorwerpen]
ophangen (v) [misdaad] {n} sätta upp (v) [misdaad]
ophangen (v) [informatie] {n} sätta upp (v) [informatie]
ophangen (v) [bericht] {n} sätta upp (v) [bericht]
NL Synoniemen voor ophangen SV Vertalingen
opknopen [opknopen] pendre
hangen [ophangen] pendre
elektrokuteren [terechtstellen] électrocuter
guillotineren [terechtstellen] guillotiner
onthoofden [terechtstellen] décapiter
executeren [terechtstellen] exécuter
terechtstellen [elektrokuteren] exécuter