Zoek woord oog om oog, tand om tand heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
oog om oog, tand om tand (proverb) [compensation for an injury] (n adj) öga för öga, tand för tand (proverb) [compensation for an injury]
oog om oog, tand om tand (n) [compensation for an injury] (n adj) öga för öga (n) [compensation for an injury]

NL SV Vertalingen voor oog

oog (n) [anatomie] {n} öga (n) {n} [anatomie]
oog (n v) [hole in needle] {n} öga (n v) {n} [hole in needle]
oog (n v) [of a hurricane] {n} öga (n v) {n} [of a hurricane]
oog (n v) [of a potato] {n} öga (n v) {n} [of a potato]
oog (n v) [of a hurricane] {n} centrum (n v) {n} [of a hurricane]
oog (n v) [hole in needle] {n} nålsöga (n v) [hole in needle]

NL SV Vertalingen voor om

om (o) [algemeen] omkring (o) [algemeen]
om (o) [rond] omkring (o) [rond]
om (o) [tijd] omkring (o) [tijd]
om (o) [algemeen] (o) [algemeen]
om (o) [rond] (o) [rond]
om (o) [tijd] (o) [tijd]
om (o) [algemeen] vid (o) [algemeen]
om (o) [rond] vid (o) [rond]
om (o) [tijd] vid (o) [tijd]
om (prep adv adj) [on every side of] om (prep adv adj) [on every side of]

NL SV Vertalingen voor tand

tand (n) [biological tooth] {m} tand (n) [biological tooth] (u)
tand (n) [saw tooth] {m} tand (n) [saw tooth] (u)
tand (n v) [tooth on a gear] {m} tand (n v) [tooth on a gear] (u)
tand (n) [gear tooth] {m} kugge (n) [gear tooth] (u)
tand (n v) [tooth on a gear] {m} kugge (n v) [tooth on a gear] (u)
tand (n) [saw tooth] {m} sågtand (n) [saw tooth] (adj n)
tand (n) [gear tooth] {m} hjultand (n) [gear tooth] (n)
tand (n) [gear tooth] {m} kugg (n) [gear tooth] (n)