Zoek woord naast elkaar leggen heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
naast elkaar leggen (v) [vergelijking] ställa emot (v) [vergelijking]
naast elkaar leggen (v) [vergelijking] jämföra (v) [vergelijking]
naast elkaar leggen (v) [vergelijking] ställa som motsats (v) [vergelijking]

NL SV Vertalingen voor naast

naast (o) [behalve] bortsett från (o) [behalve]
naast (o) [algemeen] utom (o) [algemeen]
naast (o) [behalve] utom (o) [behalve]
naast (o) [ligging] utom (o) [ligging]
naast (o) [opzij van] utom (o) [opzij van]
naast (o) [vergelijking] utom (o) [vergelijking]
naast (o) [behalve] med uteslutande av (o) [behalve]
naast (o) [algemeen] förutom (o) [algemeen]
naast (o) [behalve] förutom (o) [behalve]
naast (o) [ligging] förutom (o) [ligging]

NL SV Vertalingen voor elkaar

elkaar (o) [algemeen] varandra (o) [algemeen]
elkaar (pronoun) [to one another; one to the other] varandra (pronoun) [to one another; one to the other]

NL SV Vertalingen voor leggen

leggen (v) [ei] {n} lägga ned (v) [ei]
leggen (v) [positie] {n} lägga ned (v) [positie]
leggen (v) [vloer] {n} lägga ned (v) [vloer]
leggen (v) [voorwerpen] {n} lägga ned (v) [voorwerpen]
leggen (v) [ei] {n} lägga (v) [ei]
leggen (v) [positie] {n} lägga (v) [positie]
leggen (v) [vloer] {n} lägga (v) [vloer]
leggen (v) [voorwerpen] {n} lägga (v) [voorwerpen]
leggen (v) [ei] {n} sätta (v) [ei]
leggen (v) [positie] {n} sätta (v) [positie]