Zoek woord Maximiliaan II van het Heilige Roomse Rijk heeft eén resultaat
Ga naar

NL SV Vertalingen voor maximiliaan

NL SV Vertalingen voor ii

NL SV Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] för (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] till (o) [algemeen]
van (o) [bezit] (o) [bezit]
van (o) [boeken] (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] (o) [plaats]
van (o) [tijd] (o) [tijd]
van (o) [bezit] av (o) [bezit]
van (o) [boeken] av (o) [boeken]
van (o) [materiaal] av (o) [materiaal]

NL SV Vertalingen voor het

het (article adv) [article] det (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] det (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] det (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [with a superlative] det (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (article adv) [article] den (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]

NL SV Vertalingen voor heilige

heilige (n) [godsdienst - man] {m} helgon (n) {n} [godsdienst - man]
heilige (n) [godsdienst - vrouw] {m} helgon (n) {n} [godsdienst - vrouw]
heilige (n v) [person proclaimed as saint] {m} helgon (n v) {n} [person proclaimed as saint]

NL SV Vertalingen voor rijk

rijk (adj) [having wealth] {n} rik (adj) [having wealth]
rijk (adj n v) [wealthy or well off] {n} rik (adj n v) [wealthy or well off]
rijk (a) [welgesteld] {n} rik (a) [welgesteld]
rijk (a) [welvarend] {n} rik (a) [welvarend]
rijk (a) [welgesteld] {n} förmögen (a) [welgesteld]
rijk (a) [welvarend] {n} förmögen (a) [welvarend]
rijk (a) [welgesteld] {n} välbärgad (a) [welgesteld]
rijk (a) [welvarend] {n} välbärgad (a) [welvarend]
rijk (a) [welgesteld] {n} besutten (a) [welgesteld]
rijk (a) [welvarend] {n} besutten (a) [welvarend]