Zoek woord iets valt iemand ten deel heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
iets valt iemand ten deel (o) [eigendom] något tillhör någon (o) [eigendom]
iets valt iemand ten deel (o) [eigendom] något hör till någon (o) [eigendom]

NL SV Vertalingen voor iets

iets (o) [graad] lätt (o) [graad]
iets (o) [algemeen] knappt (o) [algemeen]
iets (o) [graad] knappt (o) [graad]
iets (o) [algemeen] några (o) [algemeen]
iets (o) [graad] några (o) [graad]
iets (o) [algemeen] något (o) [algemeen]
iets (o) [graad] något (o) [graad]
iets (pronoun adj adv v n) [talent that is hard to pin down] något (pronoun adj adv v n) [talent that is hard to pin down]
iets (pronoun adj adv v n) [unspecified object] något (pronoun adj adv v n) [unspecified object]
iets (o) [algemeen] ganska (o) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor iemand

iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] någon (o) [onbepaald voornaamwoord - m.]
iemand (pronoun n) [some person] någon (pronoun n) [some person]
iemand (pronoun n) [some unspecified person] någon (pronoun n) [some unspecified person]

NL SV Vertalingen voor deel

deel (n) [algemeen] {n} stycke (n) {n} [algemeen]
deel (n) [materiaal] {n} stycke (n) {n} [materiaal]
deel (n) [mechanisch] {n} stycke (n) {n} [mechanisch]
deel (n) [stuk] {n} stycke (n) {n} [stuk]
deel (n) [voorwerpen] {n} stycke (n) {n} [voorwerpen]
deel (n) [algemeen] {n} intresse (n) {n} [algemeen]
deel (n v) [portion of something] {n} andel (n v) [portion of something] (u)
deel (n v) [portion of something] {n} del (n v) [portion of something] (u)
deel (n) [one in a series of volumes] {n} tom (n) [one in a series of volumes]
deel (n) [one in a series of volumes] {n} band (n) {n} [one in a series of volumes]