Woxikon / Woordenboek / Nederlands Zweeds / I / iemand op zijn rug laten zitten

NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor iemand op zijn rug laten zitten

Zoek woord iemand op zijn rug laten zitten heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
iemand op zijn rug laten zitten (v) [wandelen] låta någon rida på ryggen (v) [wandelen]

NL SV Vertalingen voor iemand

iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] någon (o) [onbepaald voornaamwoord - m.]
iemand (pronoun n) [some person] någon (pronoun n) [some person]
iemand (pronoun n) [some unspecified person] någon (pronoun n) [some unspecified person]

NL SV Vertalingen voor op

op (adj v) [being exhausted or fully spent] slut (adj v) {n} [being exhausted or fully spent]
op (o) [dimensie] för (o) [dimensie]
op (o) [ter ere van] för (o) [ter ere van]
op (o) [voorzetsel] för (o) [voorzetsel]
op (o) [wakker] för (o) [wakker]
op (adv prep adj n v) [standing] upp (adv prep adj n v) [standing]
op (o) [dimensie] gånger (o) [dimensie]
op (o) [ter ere van] gånger (o) [ter ere van]
op (o) [voorzetsel] gånger (o) [voorzetsel]
op (o) [wakker] gånger (o) [wakker]

NL SV Vertalingen voor zijn

zijn (v) [algemeen] {n} vara belägen (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} vara belägen (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} vara belägen (v) [plaats]
zijn (v) [occupy a place] {n} ligga (v) [occupy a place]
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} vara (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} vara (v) [algemeen]
zijn (v) [elliptical form of "be here", or similar] {n} vara (v) [elliptical form of "be here", or similar]
zijn (v) [filosofie] {n} vara (v) [filosofie]
zijn (v) [occupy a place] {n} vara (v) [occupy a place]
zijn (v) [occur, take place] {n} vara (v) [occur, take place]

NL SV Vertalingen voor rug

rug (n) [bound edge of a book] {m} rygg (n) [bound edge of a book] (u)
rug (adj adv n v) [the rear of body] {m} rygg (adj adv n v) [the rear of body] (u)
rug (n) [bound edge of a book] {m} bokrygg (n) [bound edge of a book] (n)

NL SV Vertalingen voor laten

laten (v) [stuk] lämna (v) [stuk]
laten (v n) [cause to do] få (v n) [cause to do]
laten (v) [stuk] lämna kvar (v) [stuk]
laten (v) [vergeten] glömma (v) [vergeten]
laten (v) [vergeten] glömma kvar (v) [vergeten]

NL SV Vertalingen voor zitten

zitten (v) [occupy a place] ligga (v) [occupy a place]
zitten (v) [occupy a place] vara (v) [occupy a place]
zitten (v) [houding] sitta (v) [houding]
zitten (v) [occupy a place] sitta (v) [occupy a place]
zitten (v n) [of a person, be in a position in which the upper body is upright and the legs are supported] sitta (v n) [of a person, be in a position in which the upper body is upright and the legs are supported]
zitten (v) [occupy a place] finnas (v) [occupy a place]
zitten (v) [to exist] finnas (v) [to exist]
zitten (v) [occupy a place] stå (v) [occupy a place]