Zoek woord iemand leren kennen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
iemand leren kennen (v) [algemeen] göra någons bekantskap (v) [algemeen]
iemand leren kennen (v) [algemeen] lära känna någon (v) [algemeen]

NL SV Vertalingen voor iemand

iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] någon (o) [onbepaald voornaamwoord - m.]
iemand (pronoun n) [some person] någon (pronoun n) [some person]
iemand (pronoun n) [some unspecified person] någon (pronoun n) [some unspecified person]

NL SV Vertalingen voor leren

leren (v) [begrijpen] {n} lära sig (v) [begrijpen]
leren (v) [scholen - universiteiten] {n} lära sig (v) [scholen - universiteiten]
leren (v) [begrijpen] {n} förstå (v) [begrijpen]
leren (v) [scholen - universiteiten] {n} förstå (v) [scholen - universiteiten]
leren (v) [begrijpen] {n} inse (v) [begrijpen]
leren (v) [scholen - universiteiten] {n} inse (v) [scholen - universiteiten]
leren (v) [begrijpen] {n} lära (v) [begrijpen]
leren (v) [bekwaamheid] {n} lära (v) [bekwaamheid]
leren (v) [resultaat] {n} lära (v) [resultaat]
leren (v) [scholen - universiteiten] {n} lära (v) [scholen - universiteiten]

NL SV Vertalingen voor kennen

kennen (v) [persoon] känna (v) [persoon]
kennen (v) [kennis] veta (v) [kennis]
kennen veta om