Woxikon / Woordenboek / Nederlands Zweeds / I / iemand bang maken

NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor iemand bang maken

Zoek woord iemand bang maken heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
iemand bang maken (v) [vrees] skrämma någon (v) [vrees]
iemand bang maken (v) [vrees] göra någon rädd (v) [vrees]

NL SV Vertalingen voor iemand

iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] någon (o) [onbepaald voornaamwoord - m.]
iemand (pronoun n) [some person] någon (pronoun n) [some person]
iemand (pronoun n) [some unspecified person] någon (pronoun n) [some unspecified person]

NL SV Vertalingen voor bang

bang (v) [to disturb with fear] skrämma (v) [to disturb with fear]
bang (adj) [afraid, frightened] rädd (adj) [afraid, frightened]
bang (a) [angstig] rädd (a) [angstig]
bang (a) [gevoelens] rädd (a) [gevoelens]
bang (adj) [impressed with fear or apprehension; in fear; apprehensive] rädd (adj) [impressed with fear or apprehension; in fear; apprehensive]
bang (a) [persoon] rädd (a) [persoon]
bang (a) [vrees] rädd (a) [vrees]
bang (a) [angstig] ängslig (a) [angstig]
bang (a) [gevoelens] ängslig (a) [gevoelens]
bang (a) [persoon] ängslig (a) [persoon]

NL SV Vertalingen voor maken

maken (n v) [to produce; make] producera (n v) [to produce; make]
maken (v n) [cause to become] få (v n) [cause to become]
maken (v n) [cause to become] driva (v n) [cause to become]
maken (v) [aktie] ta (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] ta (v) [algemeen]
maken (v) [winst] ta (v) [winst]
maken (v adj) [to put into existence] skapa (v adj) [to put into existence]
maken (v) [aktie] prestera (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] prestera (v) [algemeen]
maken (v) [winst] prestera (v) [winst]