Zoek woord het iemand kwalijk nemen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
het iemand kwalijk nemen (v) [beschuldiging] klandra någon (v) [beschuldiging]
het iemand kwalijk nemen (v) [beschuldiging] lägga någon till last (v) [beschuldiging]

NL SV Vertalingen voor het

het (article adv) [article] det (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] det (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] det (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [with a superlative] det (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (article adv) [article] den (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]

NL SV Vertalingen voor iemand

iemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen]
iemand (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen] någon (o) [onbepaald vnw. - vragende zinnen]
iemand (o) [onbepaald voornaamwoord - m.] någon (o) [onbepaald voornaamwoord - m.]
iemand (pronoun n) [some person] någon (pronoun n) [some person]
iemand (pronoun n) [some unspecified person] någon (pronoun n) [some unspecified person]

NL SV Vertalingen voor kwalijk

kwalijk (a) [gevolg] hemsk (a) [gevolg]
kwalijk (a) [ruiken] hemsk (a) [ruiken]
kwalijk (a) [gevolg] dålig (a) [gevolg]
kwalijk (a) [ruiken] dålig (a) [ruiken]
kwalijk (a) [gevolg] skadlig (a) [gevolg]
kwalijk (a) [ruiken] skadlig (a) [ruiken]
kwalijk (a) [gevolg] fördärvlig (a) [gevolg]
kwalijk (a) [ruiken] fördärvlig (a) [ruiken]
kwalijk (a) [gevolg] otäck (a) [gevolg]
kwalijk (a) [ruiken] otäck (a) [ruiken]

NL SV Vertalingen voor nemen

nemen (v n) [obtain] skaffa (v n) [obtain]
nemen (v n) [obtain] (v n) [obtain]
nemen (v n) [to get into one's possession] (v n) [to get into one's possession]
nemen (v n) [to grab and move to oneself] föra (v n) [to grab and move to oneself]
nemen (v n) [to grab with the hands] fatta (v n) [to grab with the hands]
nemen (v n) [to grab with the hands] gripa (v n) [to grab with the hands]
nemen (v) [aktie] ta (v) [aktie]
nemen (v) [algemeen] ta (v) [algemeen]
nemen (v) [geneesmiddel] ta (v) [geneesmiddel]
nemen (v n) [take, catch (transportation)] ta (v n) [take, catch (transportation)]