Zoek woord het eindpunt bereiken heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
het eindpunt bereiken (v) [intransitief] upphöra (v) [intransitief]
het eindpunt bereiken (v) [competitie] sluta (v) [competitie]
het eindpunt bereiken (v) [intransitief] sluta (v) [intransitief]
het eindpunt bereiken (v) [competitie] komma i mål (v) [competitie]

NL SV Vertalingen voor het

het (article adv) [article] det (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] det (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] det (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
het (article adv) [with a superlative] det (article adv) [with a superlative]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (article adv) [article] den (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]

NL SV Vertalingen voor eindpunt

eindpunt (n) [reizen] {n} resmål (n) {n} [reizen]

NL SV Vertalingen voor bereiken

bereiken (v) [bestemming] {n} ankomma (v) [bestemming]
bereiken (v) [doelstelling] {n} (v) [doelstelling]
bereiken (v) [erachter komen] {n} (v) [erachter komen]
bereiken (v) [persoon] {n} (v) [persoon]
bereiken (v) [doelstelling] {n} komma upp till (v) [doelstelling]
bereiken (v) [erachter komen] {n} komma upp till (v) [erachter komen]
bereiken (v) [persoon] {n} komma upp till (v) [persoon]
bereiken (v) [doelstelling] {n} utföra (v) [doelstelling]
bereiken (v) [erachter komen] {n} utföra (v) [erachter komen]
bereiken (v) [persoon] {n} utföra (v) [persoon]