Zoek woord försvinna ut i tomma luften heeft 2 resultaten
Ga naar
| försvinna (v) [allmän] | | weggaan (v) {n} [allmän] - weggegaan
- gaat weg
- gaan weg
- gingen weg
- ging weg
| |
| försvinna (v n) [to disappear] | | weggaan (v n) {n} [to disappear] - weggegaan
- gaat weg
- gaan weg
- gingen weg
- ging weg
| |
| försvinna (v) [avta] | | afnemen (v) [avta] - afgenomen
- nemen af
- neemt af
- namen af
- nam af
| |
| försvinna (v) [bli osynlig] | | afnemen (v) [bli osynlig] - afgenomen
- nemen af
- neemt af
- namen af
- nam af
| |
| försvinna (v) [hopp] | | afnemen (v) [hopp] - afgenomen
- nemen af
- neemt af
- namen af
- nam af
| |
| försvinna (v) [ljud] | | afnemen (v) [ljud] - afgenomen
- nemen af
- neemt af
- namen af
- nam af
| |
| försvinna (v) [avta] | | teruglopen (v) [avta] - teruggelopen
- lopen terug
- loopt terug
- liep terug
- liepen terug
| |
| försvinna (v) [ljud] | | teruglopen (v) [ljud] - teruggelopen
- lopen terug
- loopt terug
- liep terug
- liepen terug
| |
| försvinna (v) [bli osynlig] | | verzwakken (v) [bli osynlig] - verzwakt
- verzwakken
- verzwakt
- verzwakte
- verzwakten
| |
| försvinna (v) [hopp] | | verzwakken (v) [hopp] - verzwakt
- verzwakken
- verzwakt
- verzwakte
- verzwakten
| |
| i (o) [destination] | | naar (o) [destination] | |
| i (o) [destination] | | naar toe (o) [destination] | |
| i (o) [preposition] | | in (o) [preposition] | |
| i (o) [riktning] | | in (o) [riktning] | |
| i (conj prep) [over a period of time] | | voor (conj prep) {m} [over a period of time] | |
| i (o) [tid] | | voor (o) {m} [tid] | |
| i (particle prep adv) [time: preceding] | | voor (particle prep adv) {m} [time: preceding] | |
| i (o) [tid] | | vroeger dan (o) [tid] | |
| i (o) [tid] | | eerder dan (o) [tid] | |
| i (o) [tid] | | tegen (o) [tid] | |
| tömma (v) [förbruka] | | opmaken (v) [förbruka] - opgemaakt
- maakt op
- maken op
- maakte op
- maakten op
| |
| tömma (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] | | verminderen (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] - verminderd
- verminderen
- vermindert
- verminderde
- verminderden
| |
| tömma (v) [förbruka] | | opgebruiken (v) [förbruka] - opgebruikt
- gebruiken op
- gebruikt op
- gebruikten op
- gebruikte op
| |
| tömma (v) [förbruka] | | verbruiken (v) [förbruka] - verbruikt
- verbruiken
- verbruikt
- verbruikten
- verbruikte
| |
| tömma (v) [förbruka] | | uitputten (v) [förbruka] - uitgeput
- putten uit
- put uit
- putten uit
- putte uit
| |
| tömma (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] | | uitputten (v n) [to empty by drawing or letting out the contents] - uitgeput
- putten uit
- put uit
- putten uit
- putte uit
| |
| tömma (v) [rengöring] | | opruimen (v) [rengöring] - opgeruimd
- ruimen op
- ruimt op
- ruimden op
- ruimde op
| |
| tömma (v) [transitiv] | | opruimen (v) [transitiv] - opgeruimd
- ruimen op
- ruimt op
- ruimden op
- ruimde op
| |
| tömma (v) [rengöring] | | schoonmaken (v) {n} [rengöring] - schoongemaakt
- maken schoon
- maakt schoon
- maakten schoon
- maakte schoon
| |
| tömma (v) [transitiv] | | schoonmaken (v) {n} [transitiv] - schoongemaakt
- maken schoon
- maakt schoon
- maakten schoon
- maakte schoon
| |