Zoek woord elkaar tegenspreken heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
elkaar tegenspreken (v) [verklaring] motsäga (v) [verklaring]
elkaar tegenspreken (v) [verklaring] säga emot (v) [verklaring]
elkaar tegenspreken (v) [verklaring] inte stämma överens (v) [verklaring]

NL SV Vertalingen voor elkaar

elkaar (o) [algemeen] varandra (o) [algemeen]
elkaar (pronoun) [to one another; one to the other] varandra (pronoun) [to one another; one to the other]

NL SV Vertalingen voor tegenspreken

tegenspreken (v) [algemeen] förneka (v) [algemeen]
tegenspreken (v) [to deny; to contradict] förneka (v) [to deny; to contradict]
tegenspreken (v) [algemeen] strida mot (v) [algemeen]
tegenspreken (v) [onderwijs] strida mot (v) [onderwijs]
tegenspreken (v) [algemeen] bestrida (v) [algemeen]
tegenspreken (v) [to deny; to contradict] bestrida (v) [to deny; to contradict]
tegenspreken (n v) [backtalk,sarcasm,cheek] förtal (n v) {n} [backtalk,sarcasm,cheek]
tegenspreken (v) [algemeen] motsäga (v) [algemeen]
tegenspreken (v) [onderwijs] motsäga (v) [onderwijs]
tegenspreken (v) [to deny; to contradict] motsäga (v) [to deny; to contradict]