Woxikon / Woordenboek / Nederlands Zweeds / D / de weg ruimen voor

NL SV Nederlands Zweeds vertalingen voor de weg ruimen voor

Zoek woord de weg ruimen voor heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands SV Zweeds
de weg ruimen voor (v) [vooruitgang] bereda plats för (v) [vooruitgang]

NL SV Vertalingen voor de

de (article adv) [article] det (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] det (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] det (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] det (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
de (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] det (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
de (article adv) [article] den (article adv) [article]
de (o) [bepaald lidwoord] den (o) [bepaald lidwoord]
de (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] den (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
de (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] den (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts]
de (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] den (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]

NL SV Vertalingen voor weg

weg (adj prep v) [being away from a place] {m} frånvarande (adj prep v) [being away from a place]
weg (o) [afstand] {m} borta (o) [afstand]
weg (o) [opzij] {m} åt sidan (o) [opzij]
weg (o) [opzij] {m} undan (o) [opzij]
weg (o) [afstand] {m} bort (o) [afstand]
weg (o) [opzij] {m} bort (o) [opzij]
weg (n) [a way for travel] {m} väg (n) [a way for travel] (u)
weg (n adv v) [wide path] {m} väg (n adv v) [wide path] (u)
weg (n) [a way for travel] {m} bilväg (n) [a way for travel]

NL SV Vertalingen voor ruimen

ruimen (v) [puin] röja (v) [puin]
ruimen (v) [puin] röja undan (v) [puin]

NL SV Vertalingen voor voor

voor (o) [algemeen] {m} för (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} för (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [prijs] {m} för (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} för (o) [ruil]
voor (conj prep) [supporting] {m} för (conj prep) [supporting]
voor (particle prep adv) [used to indicate purpose] {m} för (particle prep adv) [used to indicate purpose]
voor (o) [algemeen] {m} till (o) [algemeen]
voor (o) [plaats] {m} till (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} till (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} till (o) [tijd]