Zoek woord arm heeft 21 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
arm (a) [armoede] {m} arm (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} utslagen (a) [persoon] (invariable)
arm (a) [persoon] {m} utblottad (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} utblottad (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} behövande (a) [persoon]
NL Nederlands SV Zweeds
arm (a) [armoede] {m} behövande (a) [armoede]
arm (a) [armoede] {m} nödlidande (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} utfattig (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} utfattig (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} arm (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} eftersatt (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} stackars (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} stackars (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} fattig (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} fattig (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} missgynnad (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} missgynnad (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} underprivilegierad (a) [persoon]
arm (a) [armoede] {m} underprivilegierad (a) [armoede]
arm (a) [persoon] {m} eftersatt (a) [persoon]
NL Synoniemen voor arm SV Vertalingen
armoedig [behoeftig] zaparrastroso
noodlijdend [behoeftig] necesitado
schamel [behoeftig] ínfimo
nooddruftig [behoeftig] pobre {m}
hefboom [slinger] m palanca {f}
slinger [zwengel] m honda {f}
aftakking [tak] f horqueta
zijspoor [tak] n vía muerta {f}
vertakking [tak] f bifurcación {f}
tak [afsplitsing] m disciplina {f}
behoeftig [armlastig] pobre {m}
berooid [armlastig] pobre {m}
onbemiddeld [armlastig] indigente {m}
straatarm [armlastig] necesitado
schraal [onvruchtbaar] infecundo
deerniswekkend [beklagenswaardig] lamentable
ellendig [beklagenswaardig] abatido
ongelukkig [beklagenswaardig] tristemente
zielig [beklagenswaardig] patético
SV Zweeds NL Nederlands
ärm (n v) [part of a garment that covers the arm] (u) mouw (n v) {m} [part of a garment that covers the arm]

Zweeds Nederlands vertalingen

SV Synoniemen voor arm NL Vertalingen
ringa [enkel] ringe (n v)
fattig [enkel] fattig
nere [beklagansvärd] deprimeret
sorgsen [beklagansvärd] trist (adj)
olycklig [beklagansvärd] ulykkelig (adj n)
ben [lem] n fødder
tråkig [trist] kedelig
enformig [trist] triviel (adj)
vardaglig [trist] dagligsprog (adj)
grå [trist] grå
sorglig [bedrövlig] sørgelig (adj int n)