Zoek woord aansporen heeft 14 resultaten
NL Nederlands SV Zweeds
aansporen (v) [to encourage into action] egga (v) [to encourage into action]
aansporen (n v) [to incite or provoke] egga (n v) [to incite or provoke]
aansporen (v) [persoon] upphetsa (v) [persoon]
aansporen (v) [persoon] anstifta (v) [persoon]
aansporen (v) [persoon] uppvigla till (v) [persoon]
NL Nederlands SV Zweeds
aansporen (v) [aanmanen] anmoda (v) [aanmanen]
aansporen (v) [werk] driva på (v) [werk]
aansporen (v) [to encourage into action] sporra (v) [to encourage into action]
aansporen (n v) [to urge or encourage to action, or to a more vigorous pursuit of an object; to incite; to stimulate; to instigate; to impel; to drive] sporra (n v) [to urge or encourage to action, or to a more vigorous pursuit of an object; to incite; to stimulate; to instigate; to impel; to drive]
aansporen (v) [persoon] medverka till (v) [persoon]
aansporen (v) [persoon] provocera (v) [persoon]
aansporen (v) [to encourage into action] reta (v) [to encourage into action]
aansporen (v) [aanmanen] förmana (v) [aanmanen]
aansporen (v) [aanmanen] uppmana (v) [aanmanen]