Zoek woord vijf voor half twee heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands RU Rus
vijf voor half twee (n) [twenty-five minutes past one] (n) два́дцать пять мину́т второ́го (n) [twenty-five minutes past one] (n)
vijf voor half twee (n) [twenty-five minutes past one] (n) оди́н час два́дцать пять мину́т (n) [twenty-five minutes past one] (n)

NL RU Vertalingen voor vijf

vijf {m} пять (num)
vijf (num n) [five (5)] {m} пять (num n) [five (5)] (num)
vijf (num n) [five (5)] {m} пя́теро (num n) [five (5)] (num n)

NL RU Vertalingen voor voor

voor (n v) [trench cut in the soil] {m} бразда́ (n v) [trench cut in the soil] (n v)
voor (conj prep) [supporting] {m} за (conj prep) [supporting]
voor {m} до (prap +gen)
voor (prep adv conj) [earlier than in time] {m} до (prep adv conj) [earlier than in time] (prap +gen)
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} для (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (particle prep adv) [time: preceding] {m} без (particle prep adv) [time: preceding]
voor (prep conj) [in exchange for] {m} на (prep conj) [in exchange for] (prap)
voor (n v) [trench cut in the soil] {m} борозда́ (n v) [trench cut in the soil] (n v)
voor (n adj v) [schedule] {m} плани́ровать (n adj v) [schedule] (n v)
voor (n adj v) [schedule] {m} намеча́ть (n adj v) [schedule] (n adj v)

NL RU Vertalingen voor twee

twee {m} два
twee (num n) [one plus one] {m} два (num n) [one plus one]
twee (num n) [one plus one] {m} две (num n) {f} [one plus one] (dve)
twee (n) [period of two weeks] {m} две (n) {f} [period of two weeks] (dve)
twee (num n) [one plus one] {m} дво́е (num n) [one plus one] (num n)
twee (num n) [digit or figure] {m} дво́йка (num n) [digit or figure] (num n)
twee (num n) [one plus one] {m} дво́йка (num n) [one plus one] (num n)
twee (n) [playing card] {m} дво́йка (n) [playing card] (num n)
twee {m} две {f} (dve)
twee {m} двое